Doorgaan naar hoofdcontent

Minister: terugwerkende kracht en privacy belemmering rond bijdrage bloedmonsters bij de oplossing van cold cases.

De minister verwijst in zijn beantwoording naar het algemeen overleg over DNA-onderzoek naar aanleiding van de uitkomsten van de commissie Hoekstra. Deze commissie werd ingesteld naar aanleiding van de strafzaak tegen Bart. van U. vanwege de moord op zijn zus en voormalig minister Borst. Daaruit bleek dat juridische en praktische uitvoeringen rond DNA-afnames niet naar behoren liepen. De Tweede Kamer kwam vervolgens met een aantal vragen over het toepassen van bloedmonsters. 

De wens vanuit de Tweede Kamer ligt om de bloedmonsters te gebruiken om strafbare feiten op te helderen. Zo zouden bloedmonsters onder bepaalde omstandigheden een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van cold cases. Tegelijkertijd vormen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beperkingen die kleven aan DNA-onderzoek, redenen om op zorgvuldige wijze om te gaan met dit middel. Het is dan ook van belang een goed evenwicht te bewaren tussen het opsporingsbelang aan de ene kant en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen aan de andere kant, aldus de minister.

Bewaren van bloedmonsters omdat moord niet meer verjaart

De vraag wordt gesteld of bloedmonsters die verkregen zijn vanaf 1988 bewaard kunnen blijven, omdat moord vanaf dat jaar niet meer verjaart. In het geval de bloedmonsters die verkregen zijn vanaf 1988 rechtmatig zijn bewaard en nog een strafvorderlijk doel dienen, kunnen zij bewaard blijven. Dat betekent niet dat zij ook zomaar voor de uitvoering van een DNA-onderzoek kunnen worden gebruikt. De regeling over het DNA-onderzoek in het Wetboek van Strafvordering is namelijk pas op 1 september 1994 in werking getreden. De bloedmonsters die voor die datum zijn verkregen, zijn naar verwachting door verdachten, slachtoffers en getuigen veelal – op vrijwillige basis – afgestaan voor het verrichten van een zogeheten serologisch onderzoek (eiwitonderzoek, waaronder bloedgroeponderzoek). Die bloedmonsters mogen slechts door de officier van justitie of de rechter-commissaris voor de uitvoering van een DNA-onderzoek worden gebruikt, als degenen van wie die monsters afkomstig is, daarin hebben toegestemd.

Grondslag voor het gebruik van bloedmonsters bij zedendelicten

Ook werd gevraagd of er een grondslag gecreëerd kan worden om de bloedmonsters te gebruiken voor zedendelicten. De bloedmonsters zijn deels niet op grond van de op 1 september 1994 in werking getreden regeling over het DNA-onderzoek in het Wetboek van Strafvordering verkregen. In het overgrote deel van de gevallen is het bloed namelijk – met toestemming van de betrokkenen – afgenomen met het doel om in een specifieke strafzaak te kijken of de bloedgroep hetzelfde is als de bloedgroep die op de plaats delict is aangetroffen. Het bloed kan van verdachten, maar ook van slachtoffers of getuigen zijn.

Het is mede in het licht van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden niet mogelijk om met terugwerkende kracht alsnog een wettelijke grondslag te creëren om met behulp van de bloedmonsters die vóór 1 september 1994 zijn verkregen, een DNA-onderzoek te laten uitvoeren en de vrijwilligheid waarmee die bloedmonsters zijn afgestaan, buiten werking te zetten. Ook voor deze bloedmonsters geldt dat zij alleen voor de uitvoering van een DNA-onderzoek mogen worden gebruikt als degene die deze bloedmonsters heeft laten afnemen daarvoor toestemming geeft.

Voor de bloedmonsters die na 1 september 1994 op grond van de strafvorderlijke regeling van het DNA-onderzoek zijn verkregen, vormt die regeling de wettelijke grondslag. Voor de bloedmonsters die na die datum voor de uitvoering van een ander onderzoek dan een DNA-onderzoek zijn afgenomen, zoals een serologisch onderzoek, kan evenmin met terugwerkende kracht een grondslag worden gecreëerd op grond waarvan het is toegestaan om die bloedmonsters voor een ander doel te benutten, te weten de uitvoering van een DNA-onderzoek. Alleen in opdracht van een officier van justitie of rechter-commissaris en met toestemming van degenen die die bloedmonsters hebben afgestaan, kan van die bloedmonsters voor dat doel worden gebruikgemaakt.

Pilot met cold cases

Verder wordt het voorstel gedaan om aan de hand van de bloedmonsters een pilot met cold cases te doen, bijvoorbeeld in Amsterdam. De minister heeft de Tweede Kamer toegezegd dat met het Nederlands Forensisch Instituut en het openbaar ministerie over dit voorstel in overleg zal worden getreden om te bezien wat de mogelijkheden hiertoe zijn. Dit overleg heeft onlangs plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan is besloten om in 2020 onder regie van het openbaar ministerie in een beperkt aantal cold cases te onderzoeken welke bloedmonsters aanwezig zijn en of die bloedmonsters kunnen bijdragen aan de oplossing daarvan. Indien dat laatste het geval is, zal vervolgens worden beoordeeld wat ten aanzien van het gebruik van die bloedmonsters juridisch mogelijk is. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek zal nadere besluitvorming plaatsvinden over de inzet van de bloedmonsters in andere cold cases.

Lees hier de brief van de minister.  

Bekijk hier een uitzending van EenVandaag over dit onderwerp. 



Populaire posts van deze blog

Kindervermissingen. Doodverklaard. Michelle Willard en anderen. Na 40 jaar toch gevonden.

Om eerst maar een voorbeeld te pakken. In 1985 verdwijnt de dan bijna 3 jaar oude Haagse peuter Michelle Willard spoorloos. Ze zou verkocht zijn, door haar vader nog wel. Vader Dick Willard heeft tegen zijn broer gezegd dat ze in goede handen is en in Spanje zou verblijven. Michelle zelf zou haar nieuwe identiteit zelf niet weten, zo verklaarde Dick. Hij zou haar onder een andere identiteit hebben verkocht. Vader Dick had alles zelf geregeld en Michelle zelf ook weggebracht. De exacte omstandigheden hoe Michelle is verdwenen is nooit bekend geworden. Vader Dick Willard wordt in 1991 vermoord en neemt vele geheimen mee zijn graf in. Michelle heeft nog familie en dat biedt theoretische gezien nog kansen. Zelfs na bijna 40 jaar. In Houston Texas verdween in 1981 een baby onder de naam 'Holly' onder bizarre omstandigheden. Haar beide ouders werden vermoord en de moordzaak is tot op heden nog niet opgelost. Maar het bijzondere is dat hun baby Holly niet op de plaats delict werd aang

UPDATE Cold case Germa van den Boom uit 1984.

UPDATE 21-04-2023 Op 20 oktober 2022 bracht de Peter R. de Vries Foundation de vermissingszaak van Germa van den Boom opnieuw onder de aandacht. Een beloning van een kwart miljoen euro werd uitgeloofd voor de tip die leidt naar de vondst van Germa. De deadline van zes maanden is voorbij en vanaf vandaag kan er geen aanspraak meer gemaakt worden op de beloning bij het aanbrengen van een nieuwe tip.  Het afgelopen half jaar zijn er rond de 275 tips binnengekomen bij de Foundation. Deze zijn allemaal zorgvuldig bekeken en (anoniem) doorgestuurd aan het cold caseteam van politie Eenheid Zeeland-West-Brabant. Het team is momenteel nog steeds bezig met de laatste tips uit te rechercheren. Het kwart miljoen euro blijft dan ook beschikbaar voor de gouden tip tot dat het cold caseteam alle tips die tot en met 20 april 2023 bij de Peter R. de Vries Foundation zijn binnengekomen heeft onderzocht. Wij verwachten dat we binnen enkele maanden bekend kunnen maken hoe dit onderzoek is afgerond.  Ondan

UPDATE: Hoge Raad doet uitspraak over onjuiste tekst bij beëdiging. Geen gevolgen zaak Nicky Verstappen.

Geen gevolgen voor opgeloste (lopende) cold casezaken. Het gebruik van een onjuiste tekst bij de beëdiging van een aantal raadsheren en raadsheren-plaatsvervanger in het gerechtshof ’s-Hertogenbosch leidt niet tot vernietiging van de uitspraken in de zaken die deze raadsheren (mee) hebben behandeld en beslist. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld n.a.v. twee vorderingen tot cassatie in het belang der wet; één in een strafzaak en één in een belastingzaak. Bekijk hier de uitspraak van de Hoge Raad ----------------------------------------- PG bij de Hoge Raad: het gebruik van een onjuiste tekst bij beëdigingen in het hof ‘s-Hertogenbosch hoeft niet te leiden tot vernietiging van uitspraken Conclusie PG Het gebruik van de onjuiste tekst bij de beëdigingen hoeft volgens de PG niet te leiden tot vernietiging van uitspraken in zaken die door deze raadsheren (mee) zijn behandeld en beslist. Dit legt hij in zijn vorderingen als volgt uit. Een beëdiging van een rechter of raadsheer heeft me