Vakliteratuur. Jurisprudentie, beleid en Boek De Zaak Nicole: Geheimen van een cold case zaak. Meningsuiting versus privacy
Voor de professional zeker een boek om te bestuderen in combinatie met de jurisprudentie en politieke inzichten. Een dusdanig indrukwekkende zaak dat het uitgebreid de pers heeft gehaald en er 'zelfs' een Wikipedia-pagina aan is gewijd. De vijftienjarige Nicole van den Hurk verdween in oktober 1995 toen ze van haar oma vertrok. Nicole fietste richting winkelcentrum om er te gaan werken in een supermarkt. Het levenloze lichaam van Nicole werd zes weken later gevonden in het struikgewas. Uit onderzoek bleek dat ze met geweld om het leven was gebracht. De moord op Nicole zou een van de meest beruchte cold case zaken worden. Ruim achttien jaar na de moord werd in januari 2014 bekendgemaakt dat de politie een verdachte had aangehouden op basis van een positieve DNA-match. Na een lang gerechtelijk proces en veel media-aandacht werd uiteindelijk Jos de G. veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf in 2018.
Vervolgens verscheen een boek van de hand van journalist Max Steenberghen. Het boek ontstond nadat de schrijver enkele maanden had meegelopen met het coldcaseteam en toegang kreeg tot alle informatie in het strafdossier. Echter, de nabestaanden waren niet op de hoogte van het uitbrengen van het boek en de samenwerking tussen het OM, politie en de journalist. Pas een week voor de publicatie werden zij op de hoogte gesteld. Het Openbaar Ministerie erkende dat de nabestaanden te laat waren geïnformeerd. Uiteindelijk eisten de nabestaanden bij de rechter dat de publicatie zou worden verboden of op zijn minst zou worden aangepast. De rechter besloot via een kort geding dat enkele delen niet gepubliceerd mogen worden.
Meningsuiting versus privacy
De voorzieningenrechter oordeelt dat een volledig verbod op publicatie van het boek een te grote inbreuk zou vormen op de vrijheid van meningsuiting van de journalist en de uitgever. Het boek bevat echter wel 21 passages die in strijd zijn met het recht op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de nabestaanden. De relevantie van deze teksten is vanuit journalistiek oogpunt beperkt, terwijl zij de privacy van de betrokkenen wel schenden. Ook zijn teksten in sommige gevallen onnodig diffamerend of denigrerend. De 21 passages dienen daarom uit het boek te worden verwijderd en mogen op geen enkele andere wijze worden gepubliceerd.
Medio 2020 bemoeide ook de politiek zich met deze zaak. De ministers Justitie en Veiligheid alsmede voor Rechtsbescherming antwoordden schriftelijk op de vraag: "Er is een boek verschenen over Nicole van den Hurk, een cold case, waarbij nabestaanden naar de rechter moesten gaan om bepaalde aspecten uit het boek te halen. De commissieleden vragen (van de autoriteit persoonsgegevens) een serieuze analyse over hoe we slachtoffers in het strafrecht beter kunnen beschermen.
De minister antwoordt:
Naar aanleiding van de zaak Van den Hurk heeft het Openbaar Ministerie maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. Dit is ook in gemeld in de brief van 11 juni jl. aan de Tweede Kamer en de brief die eerder deze week naar de Kamer is gestuurd in reactie op het rondetafelgesprek slachtofferbeleid van 25 september jl. Het Openbaar Ministerie past de aanwijzing en werkinstructies Voorlichting opsporing en vervolging aan om de belangen van slachtoffers of nabestaanden te versterken. Een diepgaande analyse van de Autoriteit Persoonsgegevens is niet nodig. Daar waar het gaat om verwerken van persoonsgegevens van slachtoffers heeft het WODC in 2015 een onderzoek opgeleverd over ‘Privacyrecht en slachtoffers’ waarin de privacy van slachtoffers in het strafproces is onderzocht. Op basis hiervan zijn al stappen gezet om de privacy van slachtoffers beter te beschermen. Enkele voorbeelden van verbeteringen sinds 2015 zijn:
1) Bij de politie worden zoveel mogelijk persoonsgegevens als adres en woonplaats uit het dossier gelaten.
2) In de OM-aanwijzing slachtofferzorg is opgenomen dat persoonsgegevens van het slachtoffer weggelaten kunnen worden uit de aangifte als de identiteit van het slachtoffer voldoende kan worden vastgesteld.
3) In de kwaliteitsstandaard procesdossier Veel Voorkomende Criminaliteit, vastgesteld door politie en OM, is opgenomen dat woonadres en andere contactgegevens in principe niet worden opgenomen in het procesdossier. De minister voor Rechtsbescherming informeert de Tweede Kamer nog over de stand van zaken.