Vaste Kamercommissie: Dekken opportuniteitsbeginsel en art.12Sv lading reviews? OM keurt eigen vlees.
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft op 4 maart 2020 overleg gevoerd met de heer Dekker, Minister voor Rechtsbescherming, en de heer Grapperhaus, Minister van Justitie en Veiligheid, over onder andere de herziening van niet adequaat onderzochte zaken.
De Kamercommissie legt de minister het volgende voor: "Nabestaanden die denken dat er onterecht geen veroordeling is geweest, omdat er bijvoorbeeld sprake was van een onvolledig opsporingsonderzoek, kunnen op dit moment eigenlijk nergens goed terecht met hun bezwaren.
Het boek «Moordsporen: op zoek naar de waarheid achter cold cases» zet dit probleem uitvoering uiteen. Nabestaanden kunnen bij twijfels terecht bij hetzelfde OM dat eerder tot de conclusie kwam dat er geen ander of nieuw onderzoek nodig was. En ook de artikel 12-procedure is hierbij geen oplossing, omdat men dan moet aantonen dat sprake is van een misdrijf, terwijl daar nu juist een verschil van mening over is tussen de nabestaanden en justitie.
Daarom doet de commissie de volgende oproep aan de Minister:
Is hij bereid om een loket in het leven te roepen waar nabestaanden terechtkunnen om hun niet adequaat onderzochte zaak aan te melden?
Dus een onafhankelijke commissie met daarin experts zoals rechters, officieren van justitie, advocaten, forensisch deskundigen, oud-rechercheurs en wetenschappers, die dit soort zaken onder de loep zou kunnen nemen. Wij moeten nabestaanden de mogelijkheid geven voor zo'n second opinion, uiteraard omdat we niet willen dat daders onterecht buiten schot blijven, maar vooral ook zodat nabestaanden helderheid hebben over de doodsoorzaak van een dierbare. Dit kan hen helpen in de rouwverwerking.
De minister reageert als volgt:
Het is een punt dat ik heel belangrijk vind: nabestaanden die twijfelen aan de doodsoorzaak van iemand. Ik vind het belangrijk, als je een naaste bent kwijtgeraakt en je twijfels hebt bij de doodsoorzaak, dat daar een goede uitweg voor moet zijn, zonder dat dit afdoet – dat is natuurlijk het ingewikkelde – aan een aantal principes die in onze rechtsstaat gelden. Ik heb naar aanleiding van eerdere punten gezegd dat we een pilot second opinion gaan doen bij het Openbaar Ministerie. Die wordt uitgevoerd in Noord-Holland. Die is op 1 september 2019 gestart en duurt een jaar. Daarbij kijken we dus of we de twijfel bij nabestaanden over de conclusie van het Openbaar Ministerie zo veel mogelijk kunnen wegnemen. In de pilot herbeziet een andere officier van justitie samen met de politie het dossier en het verrichte onderzoek. Het betreft nieuwe zaken.
Ten aanzien van een aantal oudere verzoeken tot inzage, gedaan voor de aanpassing van de OM-aanwijzingen, zijn het OM, de stichting LANGZS en het ministerie gezamenlijk op zoek naar passende oplossingen binnen de kaders van de wet. Ik zeg heel eerlijk dat ik geen verwachtingen wil wekken die er niet moeten zijn. Ik vind het instellen van een commissie van «nader nog eens bekijken» of iets dergelijks buiten het OM, heel lastig in het licht van de bestaande artikel 12-procedure en het opportuniteitsbeginsel, zoals die in onze rechtsstaat gelden. Ik leg dat even uit voor degenen die in de zaal zitten of thuis zijn. Het opportuniteitsbeginsel bepaalt dat in Nederland het Openbaar Ministerie uiteindelijk zegt of een zaak strafvervolging verlangt. Daarom zoek ik dus naar een oplossing voor deze, gelukkig overigens, niet groot in hoeveelheid zijnde maar toch bestaande gevallen waarin nabestaanden die twijfel en ongenoegen hebben, binnen het Openbaar Ministerie. Vandaar die pilot second opinion. Ik zal daar dus na de zomer, nadat de pilot eind september een jaar gelopen heeft, met een eerste verslag bij uw Kamer op terugkomen. Het heeft echt mijn aandacht, maar ik wil dus duidelijk gezegd hebben dat ik het zoek in zo'n soort oplossing, naast de artikel 12-strafvorderingsprocedure.
De Kamercommissie vervolgt:
De minister zal ook de mails en brieven van de nabestaanden kennen en de gesprekken. Die zijn indringend. Ik denk dat wij meer recht zouden kunnen doen aan nabestaanden en de twijfel die er is – was het wel een ongeluk, was het wel een zelfmoord, zoals justitie beweert? – als wij niet alleen kijken naar mogelijkheden binnen het OM. Dus ik heb waardering voor de pilot die er is, maar ik denk dat we ook moeten kijken naar het voorstel dat door advocaat Job Knoester is gedaan, ondersteund ook door misdaadjournalist Jolande van der Graaf en oud-rechercheur Dick Gosewher. Die zijn de Minister allemaal wel bekend. Zij hebben een boek geschreven met al die cold cases. Zij stellen voor om te kijken of je niet toch iets kan doen met een commissie om recht te doen aan gevoelens van nabestaanden, die zeggen: het is dan toch het OM dat de gevallen gaat bekijken die het eerder zelf heeft afgewezen, en welke OM'er gaat nou zijn collega afvallen? Dat is een beetje het gevoel dat leeft onder nabestaanden. Daar komt het idee van die commissie vandaan. Per zaak zou je kunnen kijken welke deskundigen ingevlogen kunnen worden. Dat kunnen officieren zijn. Dat kunnen oud-rechercheurs zijn. Het kan ook een hoogleraar van buiten zijn. Ik zeg ook niet dat die commissie dan het pasklare antwoord moet hebben en tot een veroordeling moet komen, maar wel tot een advies, een beetje analoog aan de commissie die we ook hebben voor veroordeelden die hun zaak opnieuw willen laten bekijken.
De minister beantwoordt:
Twee dingen daarover. De Nederlandse magistratuur, zittend en staand, staat internationaal echt goed in aanzien, ook op het gebied van onafhankelijkheid en autonomie. We hebben natuurlijk in het recente verleden een aantal geruchtmakende zaken gezien, dat bijvoorbeeld na het instellen van rechtsmiddelen tot en met herziening van zaken toe, er echt heel autonoom opnieuw naar zaken is gekeken door anderen dan die eerst de zaak hadden gedaan, dus andere leden van het Openbare Ministerie, andere rechters. Ik ben er ook van overtuigd dat niet het punt zal zijn in deze pilot second opinion dat een officier van justitie niet zijn collega zal durven af te vallen of met conclusies zal durven te komen die anders zijn dan die zijn collega had getrokken. We moeten gewoon kijken of die pilot een systeem oplevert dat het zo grondig nog eens neerlegt dat nabestaanden echt zeggen: nou ja, het is in ieder geval nu nog eens een keer helemaal grondig door een tweede instantie onderzocht. Ik herhaal dat ik het echt een wezenlijke aanpassing vind van ons huidige stelsel, waar het Openbaar Ministerie het opportuniteitsbeginsel hanteert en waar we een artikel 12-strafvorderingsprocedure hebben om daar beroep tegen aan te tekenen en te zeggen «wacht even, het OM het besloten die zaak niet verder op te pakken en wij vinden dat er gronden zijn om dat wel te doen», om dat anders in te gaan richten door mensen van buiten daar naar te gaan laten kijken. Ik wil eerst die pilot doen. Als de pilot aanleiding zou geven om niet verder te gaan met de experimenten zoals die worden gedaan en te zeggen «nee, dat is mislukt», dan moeten we met elkaar kijken of er nog andere mogelijkheden zijn om het binnen het huidige stelsel te doen. Daarna zou je pas toekomen aan de vraag of we het stelsel moeten herzien. Op dit moment vind ik dat ons stelsel echt goed werkt. Het zijn enkele gevallen waar dit speelt. Daarmee wil ik het niet bagatelliseren, maar op de enorme hoeveelheden aan zaken die worden verwerkt. Ik vind dat we ook in die zaken zo veel mogelijk recht moeten doen aan nabestaanden, dus daar richt ik mij op. In eerste instantie een pilot binnen het OM en niet het systeem helemaal omgooien.
De Kamercommssie:
De artikel 12-procedure is niet de oplossing, omdat er nou juist verschil van mening is over de vraag of er überhaupt sprake is van een misdrijf. Daarom zeggen advocaten, nabestaanden en andere deskundigen: de artikel 12-procedure is hier nu juist niet de oplossing voor. Let wel, hier wordt niet gepleit voor een stelselwijziging. Ik begrijp heel goed dat het stelsel werkt zoals het werkt en dat we het opportuniteitsbeginsel hebben. Ik denk alleen wel dat het voor die paar gevallen juist goed zou zijn om ons niet te beperken tot het OM zelf. Want daarin volg ik de Minister: het zijn een aantal gevallen, maar wel hele schrijnende gevallen. Ik pleit niet voor een stelselwijziging. Ik zeg dus nadrukkelijk niet dat die commissie dan gaat oordelen over straf of geen straf. Maar er moet wel een dringend advies zijn, want ogen van buiten kunnen soms wel degelijk wat nieuws opleveren. Daarmee zeg ik ook niks over de vraag of het OM wel of geen goed werk levert. Ik ben er ook van onder de indruk, maar overal worden fouten gemaakt, ook bij het Openbaar Ministerie en ook als een andere officier er nogmaals naar heeft gekeken. Volgens mij is het heel goed om dit voorstel nogmaals te bestuderen en daarover bijvoorbeeld ook in overleg te gaan met advocaat Job Knoester. Die kan dit met de juridische toelichting nog veel beter uitleggen.
De minister:
Voorzitter, één ding. De heer Knoester heb ik ook weleens op de televisie gezien. Die kan dat allemaal heel goed uitleggen, zonder meer. Maar ik wil even op het volgende wijzen. Als we het hebben over fouten van het OM. Ik heb onlangs met uw Kamer een stevig, goed, kritisch debat gehad over wat ik de «Schijf van Vijf» noemde, op het gebied van versterking van het toezicht, van de klachtenmogelijkheden en dergelijke. Daar wil ik toch even aan herinneren. Er is een reflectiekamer, die het Openbaar Ministerie zelf heeft ingesteld. Daarnaast heb ik aangekondigd dat we het toezicht bij de procureur-generaal van de Hoge Raad gaan uitbreiden. Eén ding moet heel duidelijk zijn ten aanzien van het punt dat er niet wordt gehandeld of fout wordt gehandeld of iets dergelijks: we zijn de toezichtmogelijkheden echt aan het uitbreiden, met instemming van uw Kamer. Hier is nog iets extra, waarbij we zeggen: er is misschien helemaal geen fout gemaakt, maar de nabestaanden blijven het gevoel hebben dat het toch anders gegaan zou kunnen zijn. Daarvoor heb ik de pilot ingesteld. Zodra die is voltooid, kom ik bij u terug. Ik ken de heer Van Nispen genoeg om te weten dat hij dan met mij een kritisch debat daarover zal hebben, maar laten we dat op basis van de uitkomsten doen.
Lees hier het gehele verslag van de Kamercommissie.