De Eerste en Tweede Kamer worden via de minister bekend gemaakt met de evaluatie van de Wet aanpassing regeling vervolgingsverjaring 2012. Ateno, het bureau voor criminaliteitsanalyse, in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen hebben in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum een uitgebreide evaluatie uitgevoerd. Uitgebreid wordt ingegaan op verjaringstermijn en vervolgingstermijnen, relevante onderdelen voor de toetsing rond een cold case zaak. Het evaluatierapport begint met de volgende passage:
Wetswijziging van 2013
In 2006 is de verjaring afgeschaft voor misdrijven waarop een levenslange gevangenisstraf is gesteld. Mede naar aanleiding van het bekend worden van grootschalig misbruik binnen kerkelijke instellingen werd in 2011 een nieuw wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de wijziging van de regeling van de vervolgingsverjaring ingediend bij de Tweede Kamer. Dit heeft geresulteerd in de Wet aanpassing regeling vervolgingsverjaring 2012, die in werking is getreden op 1 april 2013 (verder aangeduid met: wetswijziging van 2013). Door de wetswijziging van 2013 verjaren misdrijven met een strafdreiging van ten minste twaalf jaar niet meer; met de regeling van 2006 verjaarden deze feiten na twintig jaar. Ook is de vervolgingsverjaring vervallen van een aantal specifieke zedenmisdrijven gepleegd tegen minderjarigen die een strafdreiging van acht jaar kennen. Het betreft het stelselmatig of beroepsmatig vervaardigen, verspreiden etc. van kinderpornografie (artikel 240b, tweede lid, Sr), gemeenschap met een wilsonbekwame (artikel 243 Sr), gemeenschap met een persoon tussen de leeftijd van twaalf en zestien jaar (artikel 245 Sr) en feitelijke aanranding van de eerbaarheid (artikel 246 Sr). Tot slot is met de wetswijziging van 2013 de verjaringstermijn van misdrijven met een strafdreiging van acht t/m tien jaar verlengd van twaalf naar twintig jaar.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de resultaten van de wetswijziging van 2013. Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel ontbrak inzicht in de vraag wat de wetswijziging naar verwachting zou opleveren. De minister heeft toegezegd om de effecten van de wetswijzing ongeveer vijf jaar na de inwerkingtreding te evalueren.
Het volledige rapport is hier verder te lezen.