Nabestaanden en pleitbezorgers op ramkoers met politie: Tijd om nu eens successen te behalen. Forensische technologie is er al een tijdje.
Dat nieuwe technologieën de sleutel kunnen zijn tot het oplossen van cold cases is al lang een feit. Echter, in Canada liggen nabestaanden en pleitbezorgers op ramkoers met de politie van Montreal in Canada. Zo ontbreekt nog steeds een centrale database met de cold cases. Hoe in hemelsnaam kan iemand dan een tip nalopen in een cold case als de politie niks publiceert? Ook in Nederland ontbreekt het nog steeds aan een centrale doorzoekbare database met cold cases. In Canada is het in december 40 jaar geleden dat Stéphane Gauthier op gewelddadige wijze om het leven kwam. Het 12-jarige slachtoffer werd op 21 december 1982 ontvoerd uit een wijk in Montreal in Canada. Het naakte lichaam werd twee dagen later gevonden in een veld op een industrieterrein. Het slachtoffer was seksueel misbruikt en gewurgd. Er is nooit iemand gearresteerd. Gauthier's halfzus was 15 toen hij stierf. "Ik heb me nooit veilig gevoeld", zei ze. "Ik was bang voor mijn dochter omdat ik wist dat het niet alleen iets was dat andere mensen overkwam." Ze is altijd bang geweest dat er meer slachtoffers waren. "Hij (de moordenaar) is nooit gepakt", zei ze. 'Hoeveel mensen heeft hij daarna pijn gedaan?'
In het voorjaar van 2019 creëerde de politie van Montreal een cold case-eenheid met zes onderzoekers die zich fulltime wijden aan onopgeloste moorden. De zaak van Gauthier is slechts een van de honderden die teruggaat tot de jaren tachtig. Maar nu na drie jaar sinds het cold caseteam van start is gegaan zetten nabestaanden en anderen vraagtekens bij de aanpak van het cold caseteam van Montreal. In tegenstelling tot de Sûreté du Québec, die onlangs zijn cold case-website heeft vernieuwd om deze gebruiksvriendelijker te maken, heeft het cold caseteam van Montreal geen actuele, doorzoekbare coldcase-website.
Op enkele zeldzame gevallen na, schuwde het team het gebruik van sociale media om oude gevallen bekend te maken. "Ik begrijp niet hoe je tips moet genereren", zegt John Allore, een pleitbezorger van slachtoffers die een website beheert die gewijd is aan onopgeloste moorden, waaronder die van zijn zus Theresa. Zijn zus werd na een paar maanden dood gevonden in nadat ze in 1978 werd vermist. "De interne tools van de politie werken niet meer om de zaak op te lossen, dus moet de politie aan publieksbereiking doen", zei Allore.
Stéphane Luce is de voorzitter van Meurtres et Disparitions Irrésolus du Québec, een non-profitorganisatie die aandacht vraagt voor onopgeloste vermiste personen en moordzaken in de provincie. Een actieve website waar mensen informatie kunnen zoeken is volgens hem een belangrijk hulpmiddel. "(Misschien) zijn justitie en politie bang dat ze te veel tips moeten doorzoeken die misschien nergens toe leiden," zei Luce. Hij en Allore maken zich ook zorgen over een gebrek aan consistentie aan de top. De ploeg van het cold caseteam heeft in minder dan een jaar drie verschillende teamleiders gehad. Twee van die bazen gingen met pensioen. "Dat spreekt mij aan van wat ik pensioen-opvulling noem", zegt Allore, die ook een vergelijkbaar verloop heeft opgemerkt bij cold case-onderzoekers. Hoewel Allore herkent dat mensen verder gaan en promotie maken, kost het elke keer dat een nieuwe cold caseonderzoeker op de hoogte moet worden gebracht kritieke tijd. De cold caseteams hebben een succes nodig, want nu is het twijfelachtig om ze serieus te nemen.
De druk om dit te doen nam eerder deze maand waarschijnlijk toe, nadat de politie van Quebec een man arresteerde in verband met de moord op student Guylaine Potvin, 22 jaar geleden. Het was een grote doorbraak voor het team van Quebec, dat in 2018 zijn cold case-ploeg versterkte. Allore denkt dat de aanhouding het team van Montreal zal aanmoedigen om ook successen te behalen. Het voormalige hoofd van de cold case-eenheid van Montreal verdedigde deze zomer het lage profiel van het onderzoeksteam. 'Het is waarschijnlijk efficiënter voor ons om een beetje in de schaduw te werken,' zei cold caseteamleider Donald Simpson, die eerder deze maand met pensioen ging. "We willen niet dat mensen verwachten dat we om de hoek staan". Simpson zei dat het cold caseteam van Montreal sociale media probeerde voor een paar onopgeloste moordzaken, maar niet vond dat het waardevolle informatie opleverde. Geen enkele zaak wordt ooit gesloten, maar als er geen nieuwe aanwijzingen zijn - van DNA, een tip van een getuige of informatie van een andere politieafdeling - dan zal de zaak niet actief worden onderzocht. De kans om tips te ontvangen in zaken uit de jaren '50, '60 en '70 is niet groot, dus richt het cold caseteam van Montreal zich meer op onopgeloste moorden vanaf de jaren '80, aldus Simpson. "Het bewijs is ook beter in die jaren", zei hij. "Het is minder gedegradeerd."
Hoewel sommige politiediensten een zaak na twee of drie jaar als "cold case" classificeren, zei Simpson dat aanwijzingen binnen slechts drie maanden kunnen opdrogen. Als de afdeling Moordzaken alles heeft geprobeerd, kan een zaak dan al worden overgedragen aan de coldcaseafdeling. "Als er iets is dat meer mankracht en meer gespecialiseerde onderzoekstechnieken vereist, kunnen we het op een bepaald moment overnemen", zei Simpson. Terwijl hij de leiding had, was het doel van Simpson om te werken aan speciale projecten met zaken met een hoger profiel. Als een moord bijvoorbeeld verband hield met drugs of fraude, zouden cold case-onderzoekers werken met rechercheurs die over die expertise beschikken.
Een voorbeeld van zo'n project stond bekend als het Mégalo-onderzoek, dat leidde tot de arrestatie in 2019 van de voormalige maffia-huurmoordenaar Frédérick Silva. Silva werd in verband gebracht met verschillende moorden, waaronder Concordia University-student Daniel Armando Somoza-Gildea, die Silva buiten een bar neerschoot na een ruzie. Simpson zei dat de eenheid ook hielp bij het sluiten van de zaak van februari 2021 van de 15-jarige Meriem Bundaoui. Ze werd vorig jaar neergeschoten terwijl ze in een geparkeerde auto in Saint-Léonard zat. Deze zomer werden twee verdachten gearresteerd en aangeklaagd.
Maar Allore wijst erop dat deze gevallen niet zijn wat hij zou definiëren als "echte" cold cases. Hij maakt zich zorgen dat de ploeg wordt herschikt naar projecten die niet echt tot hun mandaat behoren. Hij denkt ook niet dat de cold case-eenheid DNA-testen in zijn voordeel gebruikt. De leiding van het korps waar het cold caseteam van Montreal onder valt wees verzoeken af om de nieuwe teamleider van de coldcase-eenheid te interviewen af.
Het laboratorium voor forensische onderzoeken van de overheid, het Laboratoire de sciences judiciaires et de médecine légale (LSJML), werkt aan tussen de 50 en 60 cold cases per jaar met politiediensten in heel Quebec. DNA van een plaats delict wordt routinematig vergeleken met monsters in de nationale database, die zowel veroordeelde criminelen als het genetische profiel van onbekende personen bevat. Als er een overeenkomst is, wordt deze automatisch gemarkeerd. Het lab monitort ook zaken die een goede kans hebben om met nieuwe technologie opgelost te worden. "We bevinden ons nu in een nieuw tijdperk van DNA-identificatie", zei Diane Séguin, hoofd biologie en DNA bij de LSJML. Het lab zal met de politie bespreken welk bewijs opnieuw wordt getest omdat er een bepaalde hoeveelheid DNA nodig is. "Dus we moeten oppassen dat we het op de juiste manier gebruiken", zei Séguin. "Als er niet veel DNA meer over is, dan moeten we verstandig kiezen."
Een van de hulpmiddelen die het lab van Quebec begint te gebruiken, is genetische genealogie. Het DNA van een onbekende verdachte kan worden geüpload naar voorouderdatabases zoals GEDmatch of Family TreeDNA, die duizenden mensen gebruiken om familiebanden in kaart te brengen. Deze methode leidde in 2018 tot de arrestatie van Joseph DeAngelo, de Golden State Killer, die in de jaren zeventig en tachtig schuldig pleitte aan het vermoorden van 13 mensen en het verkrachten van tientallen vrouwen in Californië.
Vanwege privacyoverwegingen moeten mensen zich nu aanmelden of ermee instemmen dat hun informatie wordt gebruikt bij politieonderzoeken. Er is misschien geen match met de moordenaar zelf, maar als er een match is met verre familieleden, kan een genealoog een gedetailleerde stamboom maken die een potentiële verdachte of een korte lijst van verdachten kan verfijnen. De politie zou dan op rechtmatige wijze een DNA-monster van die persoon verkrijgen en dit vergelijken met het DNA van de plaats delict, zei Séguin. In oktober 2020 kondigde de politie van Toronto aan dat genetische genealogie hen had geholpen bij het oplossen van de moord op de negenjarige Christine Jessop in 1984.
Het lab ontwikkelde ook een eigen Y-chromosoomdatabase, die de voorouders van de vader traceert. Het kan helpen om een onbekend profiel te matchen met een mogelijke familienaam, zei Séguin. Het is een krachtig hulpmiddel, maar soms, door adopties of overspel, wordt de Y-tak gebroken. Het kan ook lastig zijn als het een veel voorkomende achternaam is of als de achternaam in de loop van de tijd is veranderd. "Maar in de meeste gevallen gaan de naam en de Y van vader op zoon op zoon op zoon", zegt Séguin.
De politie van Montreal heeft ook twee keer geprobeerd fenotypering te gebruiken, waarbij het DNA van een onbekende verdachte kan worden gebruikt om hun afkomst en fysieke eigenschappen zoals haar-, oog- en huidskleur te voorspellen. In 2018 testte het cold caseteam DNA-bewijs gevonden in het appartement van Catherine Daviau om een samengestelde foto te ontwikkelen van hoe de verdachte eruit zou kunnen zien. Het 26-jarige slechtoffer werd in december 2008 seksueel misbruikt en vermoord in haar appartement in Canada. De aanvaller stak vervolgens haar appartement in brand. De foto werd gedeeld met de binnenste cirkel van Daviau, maar niet openbaar gemaakt. De zaak blijft onopgelost. De twee gevallen die het cold caseteam had gefenotypeerd, werden uitbesteed aan Amerikaanse bedrijven, maar het forensisch laboratorium van Quebec zegt dat het volgend jaar in-house tests zal kunnen doen. Hoewel het onderzoekers een idee kan geven van hoe een verdachte eruit kan zien, kan het minder succesvol zijn voor oudere cold cases, omdat fysieke eigenschappen in de loop van 20 of 30 jaar veel veranderen, zei Séguin.
Het cold caseteam heeft nog geen zaak naar het parket gebracht op basis van genealogisch bewijs, maar Simpson zei dat de hoofdofficier van Quebec open staat voor het idee.
Bekijk het mediabericht
Bekijk de website gericht op cold cases
Bekijk de pagina over de forensische tak van Montreal