Investigative Genetic Genealogy brengt seriemoordenaar in beeld: Familie dader werkt mee. Lichaam verdachte opgegraven. Positieve match.
De officier van justitie van Hamilton County in de Verenigde Staten, Joseph T. Deters, kondigde de aanklacht aan tegen de 72-jarige Ralph Howell voor de verkrachting van en moord op Cheryl Thompson in 1978. De verdachte Howell kwam in 1985 om het leven bij een auto-ongeluk. Howell werd postuum aangeklaagd voor moord en verkrachting. Op 24 maart 1978 werd Cheryl Thompson vermist nadat ze haar huis had verlaten om haar vriend te ontmoeten in een bar in Oakley. Op 8 april 1978 werd het lichaam van Thompson langs de oever van de Little Miami River ontdekt door een medewerker van het Ohio Department of Natural Resources. De doodsoorzaak van Thompson was verstikking veroorzaakt door wurging. Er werd ook vastgesteld dat Thompson was verkracht. Fysiek bewijs werd verzameld van het lichaam van Thompson en opgeslagen in het Hamilton County Coroner's Office. Vanwege de forensische beperkingen van die tijd werd het onderzoek echter al snel een cold case, echter rechercheurs van het Bureau of Criminal Investigations zijn nooit gestopt met onderzoeken.
Dit jaar werd het DNA-monster dat uit het lichaam van Thompson was genomen, naar een extern genealogisch bedrijf gestuurd in de hoop een verdachte te ontwikkelen. De resultaten beperkten dit DNA-monster tot een specifieke stamboom. Ralph Howell werd in deze resultaten opgenomen. Nader onderzoek wees uit dat Howell in 1983 werd gearresteerd wegens ontvoering. Bij dat incident pikte Howell een vrouw langs de kant van de weg op en bood aan haar naar huis te rijden. Eenmaal in het voertuig legde Howell een touw om de nek van het slachtoffer en begon haar te wurgen. Hij vertelde haar dat hij seks met haar wilde hebben. Het slachtoffer kon Howell afweren en uit het voertuig ontsnappen.
Toen onderzoekers deze zaak ontdekten, namen ze contact op met familieleden van Howell, die DNA-monsters voorlegden. Die familieleden werden uitgesloten als verdachten van de moord op Thompson, echter testresultaten gaven aan dat de verdachte een naast familielid was. Op basis hiervan heeft de officier van justitie toestemming gegeven om het lichaam van Ralph Howell op te graven om een DNA-monster te verkrijgen. Verdere tests bevestigden dat het DNA van Howell overeenkwam met het DNA dat op het lichaam van Thompson was gevonden.
Rond de tijd van de moord op Thompsons waren er verschillende andere zaken met vergelijkbare feiten. Op basis van dit nieuwe bewijs en Howell's gedragspatroon, wordt aangenomen dat Ralph Howell meer slachtoffers heeft gemaakt. Justitie en politie onderzoeken verder de onopgeloste moorden:
- 17-jarige Charmaine Stolla.
Het slachtoffer werd voor het laatst gezien om 10.00 uur op 24 februari 1978 in Cincinnati. Haar lichaam werd op 12 maart 1978 om 15.00 uur gevonden. Ze was gewurgd en verkracht. - 18-jarige Nancy Ann Theobald
Het slachtoffer werd voor het laatst gezien om 22.30 uur op 16 november 1977 bij het verlaten van haar werkplek in Clifton. Haar lichaam werd op 26 december 1977 om 14.00 uur gevonden in Butler County. Ze was gewurgd en verkracht. - 24-jarige Victoria Hincher
Het slachtoffer werd voor het laatst gezien bij het verlaten van haar huis om 17.30 uur op 20 oktober 1976. Haar lichaam werd op 31 oktober 1976 om 16.35 uur gevonden in Butler County. Ze was gewurgd en verkracht.
De verdachte Howell was werkzaam als bezorger voor de Cincinnati Enquirer en als vrachtwagenchauffeur. De officier van justitie gaat er vanuit dat er mogelijk nog meer slachtoffers zijn en het zich niet noodzakelijkerwijs beperkt tot deze geografische regio. Officier van Justitie Joe Deters merkte op: “Het onvermoeibare werk van de cold caserechercheurs moet worden geprezen. Ze zijn nooit gestopt met zoeken naar de moordenaar van Cheryl Thompson. En nu, meer dan 40 jaar later, heeft de familie van Cheryl een antwoord."