Openbaar Ministerie: 2,2 miljoen staatssubsidie gevraagd en gekregen voor project wegwerken achterstanden rape-kits cold cases.
Het beleid rond cold cases en vermiste personen van Officier van Justitie Thomas M. Quinn III in de Verenigde Staten is al eerder succesvol gebleken. Quinn heeft prioriteit gegeven aan dit beleid en zet daarvoor de vrijgemaakte Cold Case Unit in voor onopgeloste moorden, verkrachtingen en andere gewelddadige misdaden in de Bristol County District. De lokale Cold Case Unit werkt samen met de externe partijen en burgers en de nieuwste technologie en forensische wetenschappen worden gebruikt in de onderzoeken. Het Openbaar Ministerie heeft de hulp ingeroepen van nationaal erkende instanties en laboratoria die gespecialiseerd zijn in de identificatie van menselijke resten, inclusief genetische genealogische DNA-testen.
Nu heeft het team rond Quinn ook een resultaat geboekt in een decennia oude gewelddadige verkrachtingszaak. Een 48-jarige voortvluchtige die is beschuldigd van deze zaak is gelokaliseerd en aangehouden, zo heeft Thomas M. Quinn III, aangekondigd. De 48-jarige Eduardo Mendez werd dinsdagavond aangehouden in New York City voor de gewelddadige verkrachting van een vrouw. Het misdrijf vond plaats op 9 juni 1994 toen het slachtoffer werd aangesproken door drie mannen terwijl ze op straat liep. De drie mannen dwongen haar het trappenhuis van een nabijgelegen gebouw in en bedekten haar mond terwijl ze probeerde te schreeuwen. In het trappenhuis hielden twee van de mannen haar vast, terwijl de derde haar met geweld verkrachtte. Het slachtoffer deed direct aangifte bij de politie, die ter plaatse kwam maar geen van de verdachten kon identificeren. Het slachtoffer gaf een beschrijving van haar aanvallers en merkte op dat de man die haar had verkracht goud op zijn tanden had. Ondanks haar beschrijvingen van de personen die haar hadden aangevallen, werd op dat moment geen verdachte geïdentificeerd. Het slachtoffer werd naar het ziekenhuis vervoerd, waar ze werd behandeld en een zogenaamde rape-kit werd samengesteld met sporen.
Als onderdeel van een project dat zich richt op onopgeloste moorden en andere gewelddadige misdaden die dateren uit de jaren 70, werkt het Openbaar Ministerie ook samen met de lokale politie om bewijsmateriaal van onopgeloste verkrachtingszaken van voorgaande decennia opnieuw te onderzoeken. Dit omvat het testen van bewijsmateriaal van verkrachtingszaken dat niet eerder is getest of door het opnieuw indienen van bewijsmateriaal dat opnieuw moet worden getest met behulp van de meest recente DNA-technologie. Het project staat onder toezicht van de Unsolved Unit van het District Attorney's Office in samenwerking met de onlangs opgerichte Unresolved Crime Unit van de Massachusetts State Police, geleid door Ann-Marie Robertson. Ter bevordering van dit project heeft het Openbaar Ministerie 2,2 miljoen dollar aan overheidssubsidies gevraagd en gekregen om ervoor te zorgen dat al het niet-geteste bewijsmateriaal van oude gevallen van aanranding zou worden getest met behulp van de modernste methoden.
In de afgelopen jaren is bewijs dat is teruggevonden van het slachtoffer van de verkrachting in 1994 naar het staatslaboratorium gestuurd om opnieuw te worden getest. De recente tests met betrekking tot deze zaak brachten een DNA-profiel aan het licht dat vervolgens werd geüpload naar het nationale CODIS-systeem. Die upload onthulde een match met Eduardo Mendez, die in het nationale systeem zat als gevolg van een veroordeling voor een steekpartij in de jaren negentig in New York. Naast de DNA-match heeft het onderzoek onthuld dat de fysieke beschrijving van Mendez overeenkomt met die van het slachtoffer en dat hij slechts een paar huizen verwijderd was van de plaats waar het misdrijf werd gepleegd. Onderzoekers kwamen er ook achter dat hij goud tussen zijn tanden heeft. De rape-kit werd in dit geval naar een extern laboratorium gestuurd als onderdeel van de subsidie die het staatslaboratorium ontving in een poging de achterstand in het testen van rape-kits weg te werken.
Het slachtoffer is geinformeerd over het nieuws. Ze gaf aan dat ze erg opgelucht was om het nieuws te horen, en verklaarde dat ze er zelfs na meer dan 25 jaar nog steeds mee leeft. Ze meldde ook dat ze nu een gevoel van opluchting voelt omdat ze na zoveel jaren de hoop had verloren dat de zaak ooit zou worden opgelost.
Bekijk het persbericht
Bekijk het eerdere bericht over Thomas M. Quinn III