De nationale trots het NFI komt naar u toe deze zomer. Presentaties voor doelgroepen werkzaam in de strafrechtketen.
Dat het Nederlands Forensisch Instituut inmiddels wel als nationale trots gezien kan worden, is wel duidelijk geworden gezien de internationale status van het instituut. Helaas door de ontbrekende investeringen in geld, mensen en middelen door het Ministerie van Justitie en Veiligheid (alsmede Binnenlandse Zaken) in de justitie en politieketen worden de mogelijkheden bij de aanpak van cold cases en vermiste personen in Nederland verre van benut. Er liggen nog enorme kansen in de duizenden zaken die in Nederland nog de status onopgelost en cold case hebben.
Daarentegen investeert het Nederlands Forensisch Instituut wel in haar netwerkpartners en afnemers. Forensisch onderzoek ontwikkelt zich razendsnel. Het NFI vraagt aan haar doelgroep of ze werken in de strafrechtketen en of zij samen met collega’s in een uur bijgepraat willen worden over de nieuwste ontwikkelingen. Zo ja, dan komen deskundigen van het NFI langs voor een presentatie. De deskundigen geven presentaties over 4 onderwerpen:
Om de betrokkenheid bij een delict aan te tonen is het niet altijd genoeg om te weten van wie een spoor is. Soms is het belangrijk om te weten hoe en wanneer een spoor op de aangetroffen plaats terecht kan zijn gekomen. Hiervoor kan een onderzoek op activiteitniveau aangevraagd worden.
Forensisch DNA-onderzoek ontwikkelt zich razendsnel. Door technische ontwikkelingen verkrijgen we uit steeds meer sporen DNA-profielen die geschikt zijn voor vergelijkend DNA-onderzoek. Zelfs als een biologisch spoor maar uit enkele cellen bestaat. En dat kan ook veel betekenen voor zaken waarbij het DNA-onderzoek vóór 2019 heeft plaatsgevonden.
Door technische ontwikkelingen en aangepaste wetgeving biedt de DNA-databank steeds meer mogelijkheden. Denk aan het vergelijken van DNA-profielen van sporen die eerder niet geschikt waren en aan verwantschapsonderzoek. Deze nieuwe mogelijkheden kunnen ook veel betekenen voor ‘oude’ zaken.
Bij zedendelicten zijn er vaak veel SVO’s. En het is niet alleen belangrijk om te weten van wie een spoor is. Maar ook om wat voor type celmateriaal het gaat én op welke locaties de sporen aanwezig zijn. Voor effectief onderzoek is een concrete en duidelijke onderzoeksvraag dan ook cruciaal.