UPDATE: Zichtbare en daadkrachtige chef cold caseteam Noorwegen: "Elke steen omdraaien voor nabestaanden." Belangrijke bijdrage NFI en Erasmus MC.
Een zaak waar het NFI en het Erasmus MC een belangrijke bijdrage hebben geleverd is weer in het nieuws. In de zaak is een man veroordeeld tot 17 jaar gevangenisstraf voor de moord op Birgitte Tengs. Acht jaar geleden werd binnen de Noorse politie (Kripos) een landelijk cold caseteam opgericht. De eerste zaak die werd opgepakt was de moord op Birgitte Tengs. Toen, in 2015, zei de Noorse politie het volgende over het werk dat voor ze lag: "De review van de zaak Tengs zal ongetwijfeld zeer veeleisend werk zijn met de uitdagingen die natuurlijk liggen bij het onderzoeken van een moord die 20 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Nieuw onderzoek, nieuwe technologie, nieuwe methoden en een nieuwe kijk op de zaak bieden niettemin kansen en het cold caseteam staat klaar om te doen wat in hun macht ligt zodat nabestaanden en de samenleving meer antwoorden krijgen."
Sindsdien werkte het politiedistrict Sør-west grondig en doelgericht aan het onderzoek samen met het cold caseteam. Gedurende het onderzoek is uitgebreide hulp geboden en het is goed om te zien dat het werk zijn vruchten afwerpt, aldus de leider van het cold caseteam. "Voor de nabestaanden is het van groot belang dat elke steen wordt omgedraaid om antwoorden te vinden. Als samenleving moeten we er geen genoegen mee nemen dat een moord onopgelost blijft", vervolgt Erdal.
Espen Erdal, hoofd van het cold caseteam, kan zijn eerste zaak afsluiten voor de nabestaanden met een veroordeling.
Bekijk persbericht
Bekijk mediabericht
-------------------------------------
UPDATE: Het lichaam van de 17-jarige Birgitte Tengs werd in 1995 gevonden in een weiland in de buurt van haar huis in Noorwegen. Ze was verkracht en vermoord. De zaak is een van de bekendste cold cases van Noorwegen. In december 2022 meldde het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) dat ze een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het forensisch DNA-onderzoek in deze zaak. Dat geeft de zaak ook een Rotterdams tintje: de NFI-onderzoekers gebruikten een methode die ontwikkeld is door onderzoekers van de afdeling Genetische Identificatie aan het Erasmus MC.
-------------------------
Het lichaam van het Noorse meisje Birgitte Tengs werd in 1995 in een weiland teruggevonden. Ze bleek verkracht en om het leven gebracht. Een belangrijk deel van het bewijs in de zaak is een DNA-match, waaraan het NFI een bijdrage leverde. In de nacht van zaterdag 6 mei 1995 werd de 17-jarige Birgitte Tengs vermoord aangetroffen, op slechts 500 meter van haar huis. Het jonge Karmøy-meisje was seksueel misbruikt en onderworpen aan bruut geweld. 21 maanden later arresteerde de politie de neef van Birgitte als verdachte. Na drie weken in afzondering te hebben doorgebracht, bekende hij een moord waarvan hij zich niet kon herinneren dat hij die had gepleegd. Later trok hij zijn bekentenis in. Het gerechtshof sprak hem vrij. Wel werd hij veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de ouders van Birgitte. Nu was de vraag die op ieders lippen lag: als haar neef niet de moordenaar was, wie dan wel?
De moord op Birgitte Tengs is een van de beroemdste strafzaken van Noorwegen. In zijn boek schetst de bekroonde journalist Bjørn Olav Jahr een meeslepend portret van een verdeelde gemeenschap, van uiteengereten families en een uit de hand gelopen politieonderzoek. En bovenal geeft hij een realistische theorie van wat er werkelijk gebeurde in Karmøy die fatale lentenacht. Toen het boek uitkwam, waren er tal van verhalen in de pers over de nieuwe bevindingen van Jahr. Als direct gevolg van dit boek werd het politieonderzoek een jaar later heropend, in 2018 verscheen een tv-documentaire over deze zaak.
En toen begon het NFI zich ook met de zaak te bemoeien. In een spoor op de bebloede panty van Birgitte is namelijk Y-chromosomaal DNA gevonden. Het Y-chromosoom is mannelijk DNA dat van vader op zoon overgaat en dus vrijwel identiek is in de mannelijke familielijn. Dus bij vaders, broers en neven komt dat bijna overeen. Maar sommige plaatsen van de Y-chromosomen muteren snel, dat wil zeggen dat ze vaker kleine kopieerfoutjes maken. En die foutjes bieden kansen om toch onderscheid tussen deze familieleden te kunnen maken. Dat gebeurde ook in deze zaak met hulp van deskundigen. Het NFI is het enige laboratorium met accreditatie om nauwe mannelijke familieleden van elkaar te onderscheiden. Het NFI analyseerde de snel muterende Y-chromosoom markers in de referentiemonsters van de verdachte en zijn twee broers. Hiermee konden ze van elkaar onderscheiden worden. De broers matchten niet met het spoor en hadden hierdoor een sluitend alibi. Voor de verdachte is nu de vraag hoe zijn DNA op de panty van het slachtoffer terecht is gekomen. De inhoudelijke behandeling van de zaak is eind vorig jaar afgerond en DNA-deskundige Arnoud Kal rapporteerde in dit Noorse DNA-onderzoek. Binnenkort volgt de uitspraak in deze zaak.
En het was zeker niet de enige internationale zaak waar de afdeling biologische sporen aan heeft bijgedragen. Jaarlijks gaat het om tussen de twintig en dertig internationale strafzaken. Niet alleen helt het NFI andere landen met DNA-onderzoek, dit doen we ook voor de Verenigde Naties (United Nations). Zoals bij de identificatie van een voortvluchtige verdachte van de Rwandese genocide uit 1994, afgelopen mei. “Het ging om een persoon die al wat langer begraven was, wat het DNA-onderzoek ingewikkeld maakte,” vertelt Kal. Behalve het doen van onderzoeken, geven onze collega’s ook advies. Bijvoorbeeld over hoe de identificatie van slachtoffers in een massagraf het beste kan worden aangepakt.
Bekijk het mediabericht NFI
Bekijk het boek