Oproep aan families van de Watersnoodramp. DNA-mogelijkheden voor identificeren slachtoffers. Meer projecten aanstaande.
De oproep aan families met vermisten van de Watersnoodramp in 1953 om dna af te staan, heeft direct resultaat opgeleverd. Er hebben zich inmiddels 26 mensen gemeld. Hans Geldof, forensisch onderzoeker bij de politie Zeeland-West-Brabant, is blij met de eerste reacties. ,,Onder de reacties zitten concrete aanmeldingen voor dna-onderzoek”, zegt hij. ,,We weten nog niet of dat in alle gevallen ook zinvol is, maar dat die bereidheid er is, vind ik al heel positief.” De reacties komen bovendien niet alleen uit Zuidwest-Nederland, maar uit het hele land. Van de 1836 slachtoffers die de Watersnoodramp eiste, zijn er nog altijd 105 vermist. Maar er zijn ook tientallen doden naamloos begraven, omdat ze destijds niet konden worden geïdentificeerd. Het verhaal van de vermisten en de onbekende slachtoffers staat centraal in de vijfdelige podcast De vermisten van ’53, die PZC en AD onlangs lanceerden.
Dankzij dna-onderzoek bestaat de kans dat de naamlozen alsnog kunnen worden geïdentificeerd en dat daarmee een vermiste wordt teruggevonden. In 2013 werden, vooral op Schouwen-Duiveland, ruim dertig graven geopend om dna veilig te stellen. Tegelijkertijd konden familieleden van vermisten dna afstaan. Dat heeft tot twee directe ‘matches’ geleid. In een derde geval is duidelijk geworden dat in een graf in Nieuwerkerk een van twee vermiste zussen ligt, al is niet meer te bepalen wie van de twee het is.
Hans Geldof, de drijvende kracht achter het dna-project, wil een laatste poging doen om nog meer mensen te identificeren. Nu is het nog mogelijk, aangezien er nog directe familieleden in leven zijn. Volgens Geldof is het zeker haalbaar om tot meer matches te komen, ook omdat de dna-technieken steeds beter worden. Bovendien hebben destijds lang niet alle families dna afgestaan. Hij hoopt dat zij dat alsnog doen, voordat het te laat is. Zijn oproep wordt ondersteund door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), dat het dna-onderzoek uitvoert.
Geldof bekijkt alle meldingen nauwkeurig. ,,In verschillende gevallen zal ik ook bellen voor meer informatie.” Daarbij gaat het onder meer om de precieze familierelatie, om te kunnen bepalen of dna-onderzoek zinvol is. Hoe nauwer de verwantschap, hoe meer kans op slagen. Ook is niet bij alle meldingen duidelijk of er wel een directe relatie is met de Ramp. ,,Maar ik denk dat er nu al gevallen bij zitten waarbij we actie kunnen ondernemen om dna af te staan”, zegt Geldof. Dat gebeurt doorgaans met het afnemen van wat wangslijm. Dat wordt opgestuurd naar het NFI, dat het dna vergelijkt met de gegevens in de Dna-databank voor Vermiste Personen. Geldof ziet nog volop kansen voor meer matches. Zo is het mogelijk het al afgenomen dna uit de naamloze graven nogmaals te laten onderzoeken. Door de steeds verbeterende techniek zou dat alsnog resultaat op kunnen leveren.
Binnenkort wordt ook geprobeerd naamloze graven vooral in Noord-Holland en op Texel te openen. Verder loopt er onderzoek naar de schepen die tijdens de Watersnoodramp zijn vergaan. Onder de nieuwe aanmeldingen bevindt zich een familielid van een van de vermiste opvarenden.
Familieleden van vermisten van de Watersnoodramp kunnen zich nog altijd aanmelden om deel te nemen aan het dna-onderzoek. Dat kan via een mailadres van de politie Zeeland-West-Brabant:
- aanmelden.communicatie.zeeland-west-brabant@politie.nl
- via het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk.
Bekijk het archief bij NFI
Beluister de Podcast
Bekijk de website Watersnoodmuseum
Bekijk het mediabericht