Cold cases en vermissingen rond minderjarigen. Hoe zit het met reviews en de centrale aanpak van deze zaken? De lijst.
Van december 2000 tot juli 2004 was een Landelijk Team Kindermoorden actief dat was opgericht voor het doen van onderzoek naar 13 destijds niet opgehelderde kindermoorden. Dit team is opgeheven nadat deze onderzoeken zijn verricht. Door het inmiddels opgeheven team is destijds een systematiek ontwikkeld voor de aanpak van cold cases. Deze systematiek, die niet alleen bruikbaar is in cold cases maar ook in nieuwe vermissingszaken, is in de vorm van een stappenplan gedeeld met de voormalige politieregio’s. Dit stappenplan werd medio 2009 geactualiseerd en werd daarmee toegankelijk voor alle korpsen. Met de opgezette systematiek werd beoogd de in de vraag bedoelde know-how op dit gebied verder te ontwikkelen en te borgen. Inmiddels is gebleken dat elke eenheid binnen de Nationale Politie de zogenaamde Voorziening cold cases en vermiste personen verschillend hebben ingericht, waarvoor geldt dat ook de werkwijze in de aanpak van cold cases en vermiste personen verschilt. Zo kennen justitie en politie geen kwaliteitscertificering voor de processen rond de aanpak van cold cases en vermiste personen en wordt nagenoeg geen toezicht uitgevoerd door het departement van Justitie en Veiligheid via de Inspectie Justitie en Veiligheid. Ook heeft het WODC nimmer wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar een van de meest ingewikkelde beleidsprocessen.
Binnen de politie, justitie, de politiek en bij nabestaanden bestond er vol ongeloof dat het succesvolle team werd opgeheven. De Volkskrant besteedde volop aandacht aan de onvrede: Het LTK zou sinds december 2000 dertien kindermoorden opnieuw hebben bezien. Twee zaken werden opgelost, een zaak was in behandeling van de rechtbank. Zes zaken werden heropend. Het team gebruikte de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van technisch- en forensisch sporenonderzoek, iets wat anno 2023 ook weer aan de orde zou moeten zijn.
Ondanks het succes, dat door minister Donner van Justitie werd onderkend, werd het team opgeheven. 'Het LTK heeft zijn missie volbracht', zei destijds Elly Florax van de politie Amsterdam-Amstelland, die formeel het woord voerde voor het LTK. Volgens haar stond reeds vanaf het begin vast dat het om een tijdelijk project ging. 'De korpsen moeten nu zelf alle cold-case-onderzoeken uitvoeren. We willen de expertise niet binnen een eliteclubje houden.' Achteraf bezien een ongelofelijk verkeerde inschatting, waardoor kennis en kunde snel verdween.
Een aantal parlementariërs had direct kritiek en hadden er weinig vertrouwen in dat de regiokorpsen de onopgeloste moordzaken zelf zouden oppakken. Politici vonden het team succesvol, omdat het in alle rust en op afstand de zaken kon herbezien en er werd getwijfeld of de regiopolitie diezelfde distantie kon betrachten. De vrees was ook dat veel deskundigheid zou verdwijnen. Een landelijke officier van justitie zou de regiokorpsen moet opporren, maar dat werd somber ingezien. De politie stond toen al onder druk en die zou de prioriteit eerder bij een winkeldief leggen dan bij een cold case.
Nederland was weer terug bij af, meende Jaap de Ruyter de Wildt, die aan de wieg stond van het zogeheten second opinion-onderzoek in Nederland. Zijn dochter Anne werd in 1997 nabij het station in Groningen gewurgd. Na langdurig aandringen door haar vader, tevens advocaat, werd de zaak herbezien en met DNA-onderzoek in 2000 opgelost. 'Voor veel ouders is het LTK nog een lichtpuntje', vertelde destijds De Ruyter de Wildt, die namens de Vereniging voor Ouders van Vermoorde Kinderen sprak. De Ruyter de Wildt: 'Maar ook voor de samenleving is cold-case-onderzoek belangrijk. Je praat over een dadergroep die verschrikkelijk veel ellende veroorzaakt en die daar wellicht niet mee stopt.'
Sinds die tijd is het stiller geworden rond de kindermoorden en -vermissingen vanuit justitie en politie en is een gecentraliseerde aanpak en aandacht nagenoeg verdwenen. Ook zijn er weinig tot geen specialisten meer centraal actief. Dit terwijl er een behoorlijke (niet gevalideerde) lijst van kindermoorden en -vermissingen is, een onderlinge samenhang in modus operandus, mogelijke daders en relaties met de aangrenzende landen niet is uit te sluiten. Daarnaast liggen er mogelijkheden tot waarheidsvinding door de inzet van de meeste moderne forensisch biologische en digitale onderzoeksmethoden. Uit de huidige aanpak van de cold case kinderslachtoffers en vermiste minderjarigen kan worden gesteld dat zeker geen sprake is van een ultieme inzet van geld, mensen en middelen.
In de Verenigde Staten daarentegen is deze week toch nog een kinderdoding opgelost door een review van een zaak. Niet door biologisch forensisch resultaat, maar door een tactische zet door alle verklaringen nog eens door te nemen (linguistisch onderzoek / scientific content analysis (afgekort: SCAN) of ook wel 'statement analysis'). Het is meer dan 37 jaar geleden dat de 13-jarige Jerimiah "Jerry" Matthew Watkins doodgestoken werd gevonden in West Virginia in de Verenigde Staten. Deze week is een man aangehouden in de cold case, zo maakte het Preston County Sheriff's Office bekend. De 56-jarige David Monroe Adams werd maandag gevangen genomen en beschuldigd van doodslag. Begin deze maand wierp het cold caseteam een tweede blik op de doodsoorzaak van de 13-jarige Jerimiah "Jerry" Matthew Watkins op 12 november 1985. Het slachtoffertje werd gevonden in een ondiep gat in de buurt van spoorrails met een dodelijke steekwond in de rug. Tijdens de review van de zaak vond het cold caseteam een "aantal inconsistente verklaringen" van de destijds 18-jarige verdachte.
"Als onderdeel van het hernieuwen van het onderzoek heeft de politie meerdere verhoren afgenomen van de verdachte en hij bekende uiteindelijk dat een ruzie die begon over een gestolen fiets ertoe leidde dat Jerry in een schuur werd omgebracht", zei het Preston County Sheriff's Office deze week. Adams woonde niet ver van waar de moord plaatsvond. Hij wordt vastgehouden op een borgsom van $ 1 miljoen dollar. De nabestaanden zijn geïnformeerd over de nieuwe ontwikkelingen in de zaak.
Een nieuwe wet Wet verplichte aanpak cold cases en vermiste personen kan zorgen voor dit soort resultaten, waarbij nabestaanden of hun vertegenwoordigers een verzoekschrift in kunnen dienen om in een cyclus van 5 jaar de cold case te laten reviewen. Biologische en digitale forensische technieken worden nu nog te beperkt ingezet, mede door het ontbreken van mensen, middelen en geld. Ook kan het Openbaar Ministerie naast het meer media-aandacht geven aan de Aanwijzing review (tweede beoordeling) (2006A019p) deze wellicht ook actualiseren.
Voor welke zaken dit wellicht nog kan? Een niet gevalideerd overzicht van de tot nu toe bekende minderjarigen die (aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid) slachtoffer zijn geworden van een misdrijf (vanaf 1939*):
- 1939:
de 18-jarige Johanna de Nigtere (Amsterdam) - 1940
de 12-jarige Jan van Hout en zijn 7-jarige zusje Johanna van Hout (Geldrop) - 1941
de 14-jarige Mientje ter Haar (Naarden) - 1941
NN meisje 1 en 2 aangetroffen ongeidentificeerde lichamen (Naarden, later overgebracht naar Universiteit Leiden voor onderzoek en vermoedelijk begraven in een NN-graf) - 1941
de 10-jarige Ansje Busch (Naarden / Bussum) - 1941
de 17-jarige Gerritje Elisabeth van Heerikhuize (Renswoude) - 1942
de 12-jarige Herman Warnink (Hilversum) - 1942
de 11-jarige Hans van der Poel (Hilversum) - 1947
de 11-jarige Johan Vennema (Amsterdam) - 1948
de 9-jarige Keesje Vermeulen (Rotterdam) - 1967
de 15-jarige Thea van Sintfiet (Maasbracht) - 1967
de 15-jarige Lieke Snel (Swalmen) - 1968
de 17-jarige Betty Kunst (Dordrecht) - 1970
de 12-jarige Rinie Wielheesen (Gaanderen) - 1971
de 15-jarige Wilfried Bennet (Echt) - 1972
de 12-jarige Anita Pothuis (Rotterdam) - 1975
de 11-jarige Angela Mangot (Amsterdam) - 1975
de 17-jarige Marjo Winkens (Sittard) - 1976
Heulmeisje (Maarsbergen) - 1977
de 17-jarige Riky Bartels (Wanroy) - 1981
de 17-jarige Petra van den Berg (Rotterdam) - 1982
de 10-jarige Petertje Oort (Purmerend) - 1985
de 2-jarige Michelle Willard (Den Haag) - 1986
de 7-jarige Cheryl Morrien (IJmuiden) - 1990
de 15-jarige Anouschka Weezenbeek (Budel) - 1990
niet geïdentificeerd lichaam meisje (Teteringen) - 1990
de 13-jarige Ria de Vries (Enschede/Veluwe) - 1991
de 5-jarige Nymphe Poolman (Vriescheloo) - 1992
de 15-jarige Willeke Dost (Koekange) - 1995
de 7-jarige Kumral Bagci (Den Haag) - 1995
de 8-jarige Manon Seijkens (Helmond) - 1995
de 7-jarige Jair Soares (Rotterdam/Monster) - 1996
de 15-jarige Rosa van der Palen (Sittard) - 2003
de 13-jarige Sedar Soares (Rotterdam) - 2007
de 17-jarige Cassandra van Schaijk (Almere)
Bekijk artikel over kindermoorden- en vermissingen
Bekijk mediabericht
Bekijk Kamerhandelingen over Landelijk Team Kindermoorden
Bekijk artikel over SCAN
Bekijk de aanwijzing review
Bekijk mediabericht ophef opheffen landelijk team