De tijd dringt. "Getuigen overlijden. Herinneringen vervagen. De wetenschap gaf ons eindelijk het bewijs dat we nodig hadden."
Nederland heeft ze ook: cold cases uit de jaren '50, '60 en '70. Niet alle cold cases en vermiste personen staan gepubliceerd op de daartoe bestemde overheidswebsites, maar in de archieven liggen onopgeloste zaken van 70, 60 en 50 jaar oud. De vraag is alleen of alle stukken van overtuiging vakkundig zijn bewaard, iets wat essentieel is voor de toepassing van forensische technieken. Voornamelijk de Verenigde Staten, Canada, Frankrijk en Australië pakken de meest oude zaken op en werken ze af. Zo zijn in de Verenigde Staten twee verdachten afgelopen dinsdag aangeklaagd voor de moord op een 17-jarig meisje uit Indiana. De wetenschap heeft geholpen om de zaak uit 1975 op te lossen.
De verdachten – geïdentificeerd als de 67-jarige Fred Bandy Jr. uit Goshen en de eveneens 67-jarige John Wayne Lehman uit Auburn – werden maandag aangehouden in hun huizen in Indiana, aldus de staatspolitie. Het 17-jarige slachtoffer Laurel Jean Mitchell uit North Webster werd voor het laatst gezien op 6 augustus 1975, toen ze omstreeks 22.00 uur haar werk verliet in een kerkkamp in Kosciusko County, zei Kevin Smith van de Indiana State Police op een persconferentie.
Het cold caseteam heeft via huiszoekingsbevelen de huizen van de verdachten uitgekamd en, in het geval van Lehman, DNA verkregen, aldus Officier van Justitie James Mowery van Noble County op de gezamenlijk persconferentie over de zaak. "De wetenschap gaf ons eindelijk het bewijs dat we nodig hadden en speelde een belangrijke rol bij het indienen van aanklachten", zo vervolgde de zegsman van de Indiana State Police. Volgens een verklaring hebben getuigen de mannen in verband gebracht met de moord op het slachtoffer en DNA-bewijs heeft een van de verdachten in verband gebracht met de zaak.
Het slachtoffer werkte in een kerkkamp toen ze verdween, zeiden de autoriteiten. Haar ouders belden de politie toen ze niet terugkwam van haar werk en de autoriteiten vonden haar lichaam de volgende dag. Het slachtoffer lag ongeveer 27 kilometer ten noorden van het kamp in het water. De doodsoorzaak was verdrinking, maar de schouwarts zei destijds dat haar lichaam tekenen van een worsteling vertoonde.
Het cold caseteam wilde op de persconferentie niet zeggen of de twee aangeklaagde mannen elkaar kennen of welke rol zij denken dat elk van hen zou kunnen hebben gespeeld in de moord. Nader onderzoek en berichtgeving zal uitwijzen wat hun rol precies is geweest en welke forensische techniem precies is toegepast.
Bekijk het mediabericht
Bekijk persbericht