Forensisch opleidingsprogramma voor Officier van Justitie, rechter en advocaat in cold cases. Bevordering Equality of arms.
Ondanks het feit dat onze internationale trots het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in binnen- en buitenland enorme successen behaald met DNA in cold cases, is het toch noodzaak om de ontwikkelingen rond DNA en cold cases in het buitenland te volgen. Waar Nederland ver is met forensisch onderzoek, zo liggen er nog uitdagingen in Nederland als het gaat om de wetgeving rond cold cases, niet geidentificeerde lichamen en vermiste personen en de toepassingen van forensische digitale en biologische methoden. De aanpak van cold cases valt voornamelijk (nog) onder de wetgeving van de generieke opsporing, waarbij de roep om de Wet verplichte aanpak cold cases en vermiste personen luider wordt. In de Verenigde Staten zijn verschillende staten bezig met wet- en regelgeving op basis van de ervaringen in positieve en negatieve zin rond DNA-hits en cold cases. Zo is een taskforce in het leven geroepen in de staat Kansas. De Taskforce is vernoemd naar Alvin Sykes, een Amerikaanse burgerrechtenactivist die onderzoek deed naar onopgeloste moorden op Afro-Amerikanen die plaatsvonden tijdens het tijdperk van de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten.
De bedoeling van de Taskforce is dat het procedures opstelt voor het afhandelen van treffers in DNA-databases in cold cases en afgesloten zaken. De reden hiervoor is dat er vragen rezen over de openbaarmaking van nieuw forensisch bewijsmateriaal in strafrechtelijke onderzoeken in Kansas. Politicus en senator David Haley gaf aan dat ambtenaren normen en regels moeten stellen voor de verspreiding van relevante matches uit databases met DNA-tests onder officieren van justitie, rechters en ook advocaten. Procureur Darrin Devinney van de Taskforce verklaarde dat de staat de opleiding van aanklagers, advocaten en rechters met betrekking tot toegang tot en werkwijze van DNA-bewijs enorm moet verbeteren. Alle leden van de taskforce keurden uiteindelijk goed dat er een betere opleiding moet komen voor rechters, openbare aanklagers en advocaten om te voorkomen dat waardevolle forensische informatie door de mazen van het rechtssysteem glipt.
Twee Officieren van Justitie die actief zijn binnen de Taskforce werden enthousiast van het idee om een doorlopend educatief programma op te zetten om de waardering te vergroten van DNA-matches die beschikbaar zijn via het Laboratory Information Management System (LIMS) van de Kansas Bureau of Investigation). Officieren van Justitie hebben toegang tot LIMS, maar er was consensus dat niet iedereen bij het Openbaar Ministerie op de hoogte was van dit beschikbare bewijsmateriaal of wist hoe het LIMS werkte. Daarnaast was de aanname dat veel advocaten van verdachten of veroordeelden niet veel wisten over LIMS of hun vermogen om database-informatie over zaken op te vragen.
"Onderwijs is een enorm onderdeel dat we volgens mij moeten ontwikkelen", zei Darrin Devinney, procureur en lid van de Alvin Sykes Cold Case DNA Task Force. “Niet alleen voor aanklagers, niet alleen voor rechters, maar ook voor raadslieden. Het is voor die individuele verdachten.”
De waarde van DNA-bewijs tijdens het proces en in hoger beroep resoneert in Kansas, waar de veroordelingen van Floyd Bledsoe voor moord en seksuele misdrijven in 2015 in Jefferson County ongedaan werden gemaakt. Bledsoe bracht 16 jaar in de gevangenis door voor misdaden begaan door zijn broer, Tom. Uiteindelijk liet die een afscheidsbrief achter waarin hij verklaarde schuldig te zijn toen eerder niet-getest DNA-bewijs uitwees dat zijn broer Floyd Bledsoe ten onrechte was veroordeeld.
Senator David Haley zei dat de wetgevende macht de kans had om Kansas nationaal op de kaart te zetten door een effectief protocol te implementeren voor het informeren van iedereen die op de hoogte zou moeten worden gebracht van het verschijnen van DNA-bewijsmateriaal op een plaats delict. Het proces moet garanderen dat alle partijen in afgesloten zaken of cold cases op de hoogte worden gebracht wanneer er een match wordt gevonden in DNA-registers.
Twee advocaten van de taskforce die werken aan zaken van mensen die mogelijk ten onrechte zijn veroordeeld voor misdaden, uitten hun bezorgdheid over een onnauwkeurige benadering van het delen van DNA-informatie tussen de KBI, lokale wetshandhavingsinstanties, forensische laboratoria en / of het Openbaar Ministerie. Tricia Rojo Bushnell, directeur van het Midwest Innocence Project in Kansas zei dat een advocaat namens de verdachte een verzoek zou kunnen indienen bij het Openbaar Ministerie om een LIMS-onderzoek uit te voeren. Toch werd gesuggereerd dat er duidelijke wettelijke vereisten zouden moeten zijn om beoordelingen van DNA-databases vakkundig uit te voeren en resultaten snel te rapporteren. "We kunnen mensen trainen om erop in te loggen om te kijken, maar dat is niet echt een garantie dat iemand het ook goed bekijkt en beoordeelt", werd vervolgd.
Justin Edwards, lid van de taskforce en officier van justitie, zei dat een onderwijsprogramma voor het collectief met betrekking tot LIMS, fouten zou moeten elimineren als het gaat om het niet doorgeven van DNA-informatie aan verdachten en veroordeelden. De KBI (centrale recherche), de Kansas County (de overheid) en de District Attorneys Association (afvaardiging van Officieren van Justitie) zouden een rol kunnen spelen bij het onderwijsprogramma. "Hopelijk", zei Edwards, "komen de rapporten dan niet zomaar ergens in een kast te liggen, waardoor ze niet aan de verdediging worden overgedragen."
Zonder wettelijke waarborgen blijft het risico bestaan dat er geen ontlastende forensische rapporten worden verstrekt aan gedetineerden die bijvoorbeeld geen lopende zaken hebben, maar eigenlijk wel in staat moeten zijn om ontlastende forensisch informatie te kunnen ontvangen of te bekijken, zei Alice Craig, lid van de taskforce van het Project for Innocence en werkzaam aan de Universiteit van Kansas.
Procureur John Carmichael gaf aan dat de wetgever een statuut zou moeten goedkeuren dat beschrijft hoe politie, justitie en advocaten DNA gegevensbestandbevindingen kunnen en mogen openbaren. De informatiestroom moet op gang komen, ongeacht of deze als nuttig of schadelijk wordt beschouwd voor de zaak van een verdachte of veroordeelde, zei hij. "Er moet een duidelijke lijn zijn waar rechters naar kunnen kijken om te bepalen of de rechten van een beklaagde al dan niet zijn geschonden", zei Carmichael.
Politicus Fred Patton deelde mede dat de taskforce een verlenging van een jaar kreeg tot in 2022 om alle aanbevelingen op een rijtje te zetten rond het overdragen van informatie en gegevens over DNA-hits met betrekking tot opgeloste en onopgeloste zaken. De mensen die in de informatie-lus worden opgenomen kunnen onder meer officieren van justitie, advocaten, slachtoffers van misdrijven, nabestaanden en organisaties zijn die zich inzetten voor de vrijlating van onterecht veroordeelden.
De taskforce zou ook procedures ontwikkelen voor het uitvoeren van "redelijke en tijdige" onderzoeken naar DNA-hits.
Politie en justitie in Amerika maken ook gebruik van CODIS, ofwel het Combined DNA Index System. Het is de doorzoekbare database die door de FBI wordt ondersteund en die bekende DNA-profielen van daders koppelt aan onbekende DNA-profielen bijvoorbeeld van een plaats delict. Er zijn federale beperkingen op de toegang tot rapporten die door CODIS zijn gegenereerd en niet iedereen heeft toegang.
Brian Hill, politiecommandant en lid van de taskforce, zei dat hij zich herinnerde dat tijdens zijn werk als rechercheur moordzaken hij de ervaring had dat de doorlooptijd van CODIS-hits lang was en traag werkte. Politicus John Carmichael zei dat de wet de verplichtingen van het Openbaar Ministerie en de politie zou moeten definiëren om verdachten en veroordeelden en hun advocaten DNA-bewijs te verstrekken in afgesloten zaken en cold cases.
Uiteindelijk konden diverse conclusies op een rijtje worden gezet over hoe de informatielijnen zouden moeten lopen bij DNA-bewijs in cold cases en afgesloten zaken voor alle betrokkenen. De leden van de taskforce zijn het er over eens dat meer training en opleiding van Officieren van Justitie, rechters en advocaten dit tot een betere bekendheid brengt van het forensische systemen zoals het Laboratory Information Management System (LIMS)-portaal. Het vermindert ook aanzienlijk het potentiële risico dat ontlastende forensische rapporten niet worden verstrekt aan verdachten en gedetineerde personen. Ook vond de Taskforce dat protocollen moeten worden opgesteld om ervoor te zorgen dat zowel het Openbaar Ministerie en de raadsman de mogelijkheid moet hebben om elke CODIS-treffer te evalueren om er zeker van te zijn van de goede werking van het rechtssysteem.
Procureur Darrin Devinney verklaarde dat dit een effectieve strategie is voor Officier van Justitie om te blijven voldoen aan professionele normen en ethische verplichtingen en dat de voorgestelde aanbevelingen niet onnodig omslachtig zijn. Hij verklaarde dat de sleutel tot dit voorstel de onderwijscomponent is. De Taskforce zou overgaan tot het onderzoeken van de best practices en in hoeverre wetgeving nodig is om het onderwerp van equality of arms bij DNA-hits in cold cases en afgesloten zaken door te voeren.
Bekijk mediabericht
Bekijk platform Commissie Kansas
Bekijk memo september 2021
Bekijk planvorming
Bekijk memo september 2021-2
Bekijk agenda 2021
Bekijk notulen