De eerste stap naar een publiek-private samenwerking rond de cold cases en vermiste personen is gezet. Aan het woord een vrijwilliger.
Eerder is al aandacht geweest voor de rol van de vrijwilliger bij de aanpak van cold cases en vermiste personen en de wensen van de politiek bij de inzet van deze groep (zie hier en hier). Dat er nog enorm veel werk ligt voor het politieke bestuurlijke veld is ondertussen wel duidelijk: de Tweede Kamer en de minister moeten doorpakken op het dossier cold cases en vermiste personen. Het gebrek aan geld, mensen en middelen is enorm en de nabestaanden staan achterin de rij, te lang wachtend op antwoorden. Het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie doen nog te weinig als het gaat om het delen van kennis en ervaring: burgerparticipatie blijkt een enorme toegevoegde waarde bij de aanpak van cold cases en vermiste personen. Het is allang niet meer dat de exclusieve kennis(monopolie) rond de aanpak van cold cases en vermiste personen alleen bij het opsporingsapparaat ligt. Sterker nog, gezien de huidige inrichting van de cold caseorganisatie (voorziening cold cases en vermiste personen) en de sterke ontwikkelingen van de misdaadjournalistiek, particuliere organisaties, specialistische advocaten, studenten en wetenschappers is het overduidelijk dat het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie niet alleen kennis naar binnen moet halen maar ook de samenwerking moet intensiveren met burgers en particuliere organisaties. De motivatie ligt in het gebrek aan mensen, middelen en geld bij het OM en de Nationale Politie.
Voorbeelden te over waar meer samenwerking dient te komen, zoals het publiceren van gevalideerde gegevens over cold cases en vermiste personen, de samenwerking aangaan met speurhondenorganisaties voor een programma van archeologische honden, misdaadjournalistiek nog verder betrekken bij dossiers, advocaten en nabestaanden meer betrekken bij het opsporingsonderzoek door inzage te geven en het organiseren van evenementen en symposia, het toevoegen van cold casespecialisten binnen het netwerk van de kennismakelaars van de overheid zoals het departement, het Openbaar Ministerie, het WODC en de Inspectie Justitie en Veiligheid.
De eerste positieve stappen zijn gemaakt door burgerkennis naar binnen te halen bij de Nationale Politie. De politievrijwilliger bestaat exact 75 jaar en een goed voorbeeld van een toegevoegde waarde is die van Jessica A. Verhagen.
Ze werkt twee dagen per week als politievrijwilliger specialistische inzet bij het team cold case en vermissingen van de Eenheid Den Haag. Ruim twintig jaar lang werkte zij als psycholoog bij defensie, nu doet zij nog vooral vrijwilligerswerk. Jessica: ‘Ik kijk in het team mee naar dossiers van cold cases. Het is een heel divers samengesteld team, met heel veel specialisten. Vrijwilligers, studenten, gepensioneerden en rechercheurs met diverse achtergronden. Wat je dan krijgt, is een mix van allerlei deskundigheden bij elkaar. Dat maakt het zo leuk. Samen brainstormen we om te kijken of er nog ergens vlees op het bot zit, waarmee we misschien een verdachte kunnen identificeren en de zaak zouden kunnen oplossen.’
De eerste stappen zijn gemaakt als het gaat om kennis delen rond de aanpak van cold cases en vermiste personen. Het departement van Justitie en Veiligheid is echt aan zet om het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie te voorzien van financiele middelen om een doorstap te maken naar transparantie en samenwerking met het private veld om te komen tot een publiekprivate samenwerking bij cold cases en vermiste personen.
Bekijk mediabericht
Bekijk website over politievrijwilliger
Lees meer over burgerparticipatie