Netflix: Kijktip. Frankrijk heeft Michel Fourniret en een cold casecultuur. Nederland heeft Koos H. en geen cold casecultuur.
De Franse overheid heeft inmiddels gezorgd voor een echte cold casecultuur in het land. De Franse bevolking is over de eigen schaduw gestapt en zijn de fase van naïviteit voorbij: het land heeft namelijk meerdere ernstige seriedelinquenten. Door het inrichten van een centraal overkoepelend cold caseorganisatie met echte cold casespecialisten worden successen behaald door het in beeld brengen van de tijdlijnen van moord- en zedendelinquenten c.q. recidivisten. Een (inmiddels overleden) seriemoordenaar is Michel Fourniret, verantwoordelijk voor een groot aantal meerder- en minderjarige slachtoffers, is er eentje van. Zijn verhaal en dat van zijn betrokken echtgenote is verwerkt tot een Netflix-documentaire: L'Affaire Fourniret : Dans la tête de Monique Olivier.
De documentaire heeft wederom in Frankrijk de aanpak van cold cases en vermiste personen nog verder op de kaart gezet.
Waar Frankrijk Michel Fourniret heeft, zo heeft Nederland de beruchte seriemoordenaar Koos H. Over Koos H. gaan al jaren verhalen dat hij meer dan de drie bekende slachtoffers heeft gemaakt, waarbij zeker Peter R. de Vries zich ingezet heeft voor de zaken rond Koos H. Ook hij is net als Fourniret overleden, waarbij het verschil met Frankrijk dat Nederland niet over een cold casecultuur beschikt. Frankrijk gaat na de dood van een seriemoordenaar door met de onopgeloste zaken en heeft daar een methode voor ontwikkeld. Of de zaak nu verjaard is of niet. Met de huidige digitale en biologische forensische technieken zou het leven van Koos H. in beeld kunnen worden gebracht en nog bestaande stukken van overtuiging uit de actieve periode van nog forensisch getest kunnen worden.
Wat houdt justitie en politie tegen om de aanpak van Frankrijk over te nemen en het leven van Koos H. en andere bekende seriemoordenaars- en verkrachters c.q. aanranders in beeld te brengen? Het antwoord hierop is dat de minister van Justitie en Veiligheid alsmede haar ambtenaren niet bereid zijn om geld, mensen en middelen vrij te maken voor de paar duizend onopgeloste zaken die Nederland kent. De zaken worden ouder en de kans dat nabestaanden zullen sterven zonder ooit te weten te komen wat er met hun geliefden is gebeurd neemt met de dag toe.
Praktisch is het nagenoeg al onmogelijk omdat het departement, justitie en politie geen totaaloverzicht hebben van de onopgeloste zaken en daarmee ook niet van de gerelateerde stukken van overtuiging na de Tweede Wereldoorlog. Dit terwijl in het buitenland nog steeds cold cases van na 1950 opgelost worden door middel van de inzet van forensische technieken op nog beschikbare stukken van overtuiging.
Wellicht geeft de Franse documentaire en aanpak inspiratie voor de minister, het departement, justitie en de politie en komt er toch nog een landelijke aanpak via een Programma en Taskforce cold cases en vermiste personen. De minister is aan zet.