Gepensioneerde politiemensen maken oplossing nog mee in Ierse zaak uit 1981. Landelijk coordinerend cold cases succesvol.
Nederland is een van de weinige landen die de stap nog niet maakt naar een landelijke cold case coördinatie en organisatie. Het is op dit moment een ernstig verdeelde organisatie, waarbij elke eenheid binnen de Nationale Politie zelf inrichting geeft aan de organisatie van de aanpak van cold cases en vermiste personen. In het veld wordt gesproken over "heilige huisjes" en weinig enthousiasme om de stap te maken naar een landelijk platform waar the-best-of-the-best aan mensen en middelen samenkomen. Zo heeft bijvoorbeeld Ierland wel al sinds lange tijd een centraal coördinatiepunt, genaamd Serious Crime Review Team (SCRT) en valt onder Garda National Bureau of Criminal Investigation.
Gezien de huidige inferieure organisatie van het proces van de aanpak van cold cases en vermiste personen, zou het vanzelfsprekend zijn om de coördinatie onder te brengen bij de Landelijke Eenheid. De Landelijke Eenheid verricht namelijk onder meer regio-overschrijdende en specialistische politietaken.
De Ierse vorm Serious Crime Review Team (SCRT) kan, net als het Franse model, als goed voorbeeld dienen voor de Nederlandse inrichting. Het bestaat al sinds 2008. De Ierse tak (in de volksmond bekend als de Cold Case Unit) houdt zich bezig met de beoordeling van onopgeloste historische en huidige grote misdaadincidenten met als voornaamste doel het helpen identificeren van nieuwe onderzoeksmogelijkheden in een zaak. Het motto van het team is “aan de levenden zijn we respect verschuldigd; aan de doden zijn we de waarheid verschuldigd”. Een mooi uitgangspunt om zaken op te lossen en wat Ierland dan ook daadwerkelijk doet in old cold cases.
In het Ierse Centrale Strafhof werd de 74-jarige Noel Long schuldig bevonden aan de moord op Nora Sheehan. Het markeerde de laatste fase van een decennialange zoektocht naar gerechtigheid voor de familie en vrienden van slachtoffer Sheehan, sinds haar gruwelijke moord in Cork in 1981. Na een jacht van 42 jaar duurde het drie weken voordat een jury tot een oordeel kwam in de cold case-moord op Nora Sheehan. Vastberaden speurwerk gedurende een lange periode leidde ertoe dat de zaak voor de rechter kwam. Rechercheur Garda Pádraic Hanley had een belangrijk bewijsstuk bij zich toen hij op 14 november 2008 aan boord ging van de vlucht van Dublin naar Birmingham. Hij was op weg naar een gespecialiseerd laboratorium voor forensische wetenschap om een bewijsstuk te overhandigen dat veilig was bewaard in een opslag in Dublin sinds begin jaren tachtig. Het was een glaasje waarvan de Garda wist dat het sporen van sperma bevatte. Dit was belangrijk omdat deze in juni 1981 was gemaakt op basis van een vaginaal monster dat was genomen uit het lichaam van Nora Sheehan tijdens haar postmortemonderzoek in het stadsmortuarium in Cork.
Slechts enkele dagen nadat het lichaam van de 54-jarige getrouwde moeder van drie kinderen was gedumpt en uiteindelijk gevonden in een bos op 26 kilometer van de plek waar ze voor het laatst levend was gezien, werd het vaginale monster geanalyseerd in het Forensic Science Laboratory in Dublin. Daar had dr. Tim Creedon de aanwezigheid van sperma bevestigd. In 1981 was dat alles wat met zo'n monster kon worden gedaan. Het zou nog tien jaar duren voordat de DNA-wetenschap zich zo ver ontwikkelde dat individuen geïdentificeerd zouden kunnen worden aan de hand van bloed, sperma, zweet en ander lichaamsmateriaal. Maar in 1981 deed dr. Creedon wat hij kon en zorgde ervoor dat het spermamonster bewaard bleef. Hij plaatste een tweede glasplaat bovenop het objectglaasje, waardoor een 'glazen sandwich' ontstond waarin het spermamonster werd bewaard. Het monster met het opschrift 'Zaaknummer 905/81 zou doorslaggevend zijn in de zaak. Het werd in een veilige opslag worden geplaatst bij een faciliteit van het ministerie van Justitie in het noorden van Dublin, waar het tot 2008 zou blijven. Dat was een belangrijk jaar, niet alleen in de zaak van de moord op Nora Sheehan, maar van veel onopgeloste historische moorden.
Er werd een Garda Cold Case Unit opgericht, formeel bekend als het Serious Crime Review Team. Een van de zaken die ze al snel begonnen te beoordelen, was die van Nora Sheehan. Gardaí was al 27 jaar op de hoogte van het spermamonster dat uit het lichaam van Nora Sheehan was gevonden. Haar moord was onopgelost gebleven. De moord had haar familie verwoest en de inwoners van Cork diep getroffen. Nora's rouwende echtgenoot James is vier jaar na de moord op Nora overleden zonder ooit te weten wat er precies is gebeurd. In 1981 was er goed speurwerk verricht en had de wetenschap enkele aanwijzingen opgeleverd. Een van de getuigen tijdens het proces was de 91-jarige Matthew Thorne, een gepensioneerde garda. Vier dagen nadat Nora's naakte lichaam werd gevonden in Shippool Woods, stopte rechercheur Thorne een Opel Kadett-auto met kenteken OZF 426 aan de Curraheen Road in Cork. Toen hij werd gestopt, werd de auto bestuurd door Noel Long, een destijds 32-jarige man die in de nabijgelegen Riverbank woonde. Waarom de beslissing werd genomen om de auto van de heer Long tegen te houden, werd tijdens het recente proces niet besproken. Eén ding dat tegen de jury werd gezegd, was dat er forensisch onderzoek in het voertuig was uitgevoerd. Rechercheur Colm Dardis haalde 44 plakband-'liften' uit het interieur en de cabine van de auto. Deze ophopingen van vezels en verfvlekken werden vervolgens geanalyseerd door forensische wetenschappers Maureen Smyth en Sheila Willis. Voormalig rechercheur Colm Dardis legde vervolgens een getuigenis af in de zaak.
De monsters werden vergeleken met monsters die waren teruggevonden in de jurk en jas van Nora Sheehan, die dicht bij haar lichaam lagen toen deze werd gevonden. Tijdens het proces werd verteld dat de analyse uit 1981 "zeer sterke steun" gaf aan de stelling dat Nora Sheehan in de Opel Kadett had gezeten, in plaats van dat ze dat niet had gedaan. De omstandigheden van de dood van Nora Sheehan zullen misschien nooit volledig bekend worden, maar wat bekend is, is gruwelijk. Nora's lichaam werd gevonden door twee bosarbeiders, John Collins en Denis McSweeney, die allebei inmiddels zijn overleden. Ze waarschuwden de plaatselijke garda in Innishannon, John O'Sullivan, en vertelden hem dat ze iets in het bos hadden gevonden en "het zag er helemaal niet goed uit".
Nora Sheehan lag op haar rug, iets op haar zij, met haar jurk over haar gezicht. Ze was naakt. Nora's jas lag vlakbij. Haar lichaam lag al dagen in plaats van uren in het bos. Bij een post-mortemonderzoek zouden later blauwe plekken in haar gezicht en vagina worden vastgesteld. In 1981 werd aangenomen dat de doodsoorzaak van Nora verstikking was, veroorzaakt tijdens een aanranding, maar tijdens het recente proces werd de jury geen doodsoorzaak meegedeeld. Patholoog dr. Dermot Coakley voerde op 13 juni 1981 een postmortemonderzoek uit. Onder de monsters die hij die avond nam, bevond zich het vaginale uitstrijkje, dat vervolgens naar dr. Creedon in het Forensic Science Laboratory in Dublin werd gestuurd. Het was een monster van dat uitstrijkje dat rechercheur Garda Pádraic Hanley had meegenomen naar dr. Jonathan Whitaker in Birmingham in november 2008. Dr. Whitaker was een wereldberoemde expert in een proces waarbij DNA-profielen werden geëxtraheerd uit zeer kleine hoeveelheden genetisch materiaal, met behulp van een proces dat bekend staat als Low Copy Number (LCN)-profilering.
Het proces voor het genereren van een profiel met behulp van LCN was ontwikkeld door de Forensic Science Service in Birmingham. In 2008 beschikte het Ierse laboratorium niet over die mogelijkheid, en dus vroegen Gardaí en de Ierse wetenschappers dr. Whitaker om het spermamonster te onderzoeken om te zien of hij de faciliteiten van het Britse laboratorium kon gebruiken om een profiel te krijgen. Begin 2009 nam dr. Whitaker contact op met Gardaí. Hij had resultaat. Hij had het vaginale uitstrijkje geanalyseerd en het DNA van Nora Sheehan en het spermamonster gescheiden, en belangrijker nog: hij had een profiel uit het sperma gegenereerd. Omdat Nora's lichaam pas zes dagen nadat ze voor het laatst was gezien werd ontdekt - en misschien omdat haar lichaam een groot deel van die tijd aan de elementen was blootgesteld - was het spermamonster enigszins aangetast. Maar al die jaren later, in 2009, was er een profiel opgesteld. De daaropvolgende zeven jaar werkte Gardaí van de Cold Case Unit aan de zaak. De doorbraak met het DNA-profiel bij het Engelse laboratorium werd stil gehouden, maar rechercheurs spraken actief over het feit dat ze de moord op Nora Sheehan opnieuw onderzochten.
Nora's afbeelding werd op de Garda-website geplaatst, een prachtige foto van Nora, genomen slechts een paar maanden vóór haar moord, gekleed in formele kleding met een hoed en een jas. Het was kleding die leek op wat ze droeg op de avond dat ze verdween. Tijdens het recente proces hebben een aantal getuigen verklaard dat ze Nora in de nacht van zaterdag 6 juni 1981 hadden gezien. Nora had een hondenbeet gehad in de buurt van haar huis aan Killeenreendowney Avenue in Ballyphehane en was naar het plaatselijke ziekenhuis gegaan om te worden behandeld in het ziekenhuis bij de afdeling spoedeisende hulp. Sommige getuigen in het ziekenhuis herinneren zich dat Nora hun haar verwonding liet zien. Haar zoon James vertelde tijdens de moordzaak dat zijn moeder met iedereen zou praten. Ze deed dit op de avond dat ze uit het ziekenhuis werd ontslagen met een gaasverband om haar arm. Een getuige beschreef het zien van een vrouw met hoed en jas, gekleed "als een grootmoeder die naar de mis gaat", die naar hem zwaaide in zijn auto. Het gaasverband zat nog om Nora's arm toen haar lichaam werd gevonden in Shippool Woods, zes dagen nadat ze vermist was.
In 2016 werd het dossier over de zaak door de Cold Case Unit in Dublin teruggegeven aan Gardaí in Bandon. De plaatselijke agenten uit Cork zetten vervolgens het onderzoek voort. Dit leidde tot een huiszoeking in het huis van Noel Long in november 2021, waarbij een aantal items forensisch werd onderzocht. Er werd een DNA-profiel gegenereerd op basis van een voorwerp dat door rechercheur Eamonn Brady uit het huis van verdachte Long was meegenomen. Dr. Jonathan Whitaker vertelde tijdens het proces dat hem in 2022 werd gevraagd om het DNA-profiel van de verdachte te vergelijken met het profiel van het sperma dat in 1981 bij Nora Sheehan werd teruggevonden. De jury hoorde dat het 20.000 keer waarschijnlijker was dat het gevonden monster kwam overeen met de persoon die aan het spermamonster was gekoppeld, dan met een niet-verwante persoon. Noel Long werd in juli vorig jaar door Gardaí aangeklaagd voor de moord op Nora Sheehan.
Noel Long werd schuldig bevonden aan moord. De voormalige rechercheurs brachten de afgelopen drie weken door bij het Centraal Strafhof in Dublin, samen met collega's Neil Ryan en Nigel Whelton. Net als de jury die in deze zaak uitspraak deed, waren sommige van de huidige rechercheurs kinderen en anderen niet eens geboren, toen Nora Sheehan in juni 1981 werd vermoord.
Het Ierse landelijk coördinerende cold caseteam heeft inmiddels de meerwaarde aangetoond en de districten ondersteund in de waarheidsvinding.