Weinig verantwoordelijken verschijnen in Nederlandse media om uitleg te geven over cold cases. Toename in omliggende landen.
Landen om Nederland heen zoeken steeds meer de media om uitleg te geven over het beleid van cold cases en vermiste personen. In Nederland verschijnen weinig tot geen verantwoordelijken voor het proces van cold cases en vermiste personen in de media om uitleg te geven over de stand van zaken van het proces van de aanpak van cold cases en vermiste personen. Dit terwijl media-aandacht essentieel is in de oplossing van een cold case. Ook kan media-aandacht zorgen voor meer betrokkenheid van de politiek. Er zijn zat onderwerpen die uitleg behoeven, zoals:
- de samenstelling en bezetting van de voorzieningen cold cases en vermiste personen
- de inzet van vrijwilligers en subject matter experts
- de samenwerking met de beroepsgroep Particulier Onderzoekers
- de samenwerking met non-profit organisaties zoals de Peter R. de Vries Foundation, NL-SAR, Signi, ColdCaseZaken.nl etc.
- de samenwerking met Universiteiten en Hogescholen
- de ontwikkelingen op het gebied van het samenstellen van een gevalideerde lijst van cold casezaken en vermiste personen
- de ervaringen met gespecialiseerde cold case advocaten
- de ontwikkelingen rond het concept Wet Verplichte Aanpak Cold Cases en Vermiste Personen in relatie tot de Amerikaanse wetgeving zoals de Coleman-Baker Act
- de ontwikkeling van een jaarlijks Cold Case Symposium
- de ontwikkeling van de Europese samenwerking op het gebied van cold cases
- het opzetten van speciale programma's voor het onderzoeken van cold cases Kindermoorden en Seriemoordenaars en serieverkrachters en -aanranders.
- het opzetten van opleidingen en cursussen
- de ontwikkelingen rond toezicht en wetenschappelijk onderzoek en de rollen van de Inspectie Justitie en Veiligheid en het WODC binnen deze ontwikkelingen
1. WDR Lokal Zeit: Afhankelijk van hoe oud een cold case is, zijn er tegenwoordig totaal verschillende onderzoeksopties beschikbaar. Wat betekent dit voor uw werk?
Markus Weber: Het opvallende verhaal is natuurlijk altijd het DNA, omdat de ontwikkeling daar snel is gevorderd. Vroeger had je een bloedspoor nodig, idealiter zichtbaar zodat je het kon veiligstellen. De analyseresultaten leverden bloedgroepen op waar mee gewerkt kon worden. Maar daarmee kan ik geen enkele dader vinden. Tegenwoordig krijg je bij elk spoortje bloed ook DNA. Maar bijvoorbeeld ook aan sporen van grip, dat wil zeggen wanneer iemand iets aanraakte, of aan films die op de plaats delict zijn gebruikt.
2. WDR Lokal Zeit: Zo was het ook met de zaak Petra Nohl, toch?
Weber: Precies. Nadat we in “Dossiernummer XY” (Duitse Opsporing Verzocht) een verwijzing naar een specifieke persoon hadden gekregen, hebben we de folie onderzocht waarmee het lichaam destijds is bedekt. We vonden het DNA van de verdachte eronder.
3. WDR Lokal Zeit: Wordt deze methode vandaag de dag nog steeds gebruikt?
Weber: Ja. Je kunt je deze films voorstellen als een breed plakband. Hierdoor worden vooral vezelsporen en microsporen beschermd. Tegenwoordig kun je ze onderzoeken op DNA, omdat ze meestal vreemde huidschilfers bevatten. Helaas zijn er ook cold cases waarin deze films niet bewaard zijn gebleven.
4. WDR Lokal Zeit: En waar zijn de films die niet zijn weggegooid?
Weber: Dus eigenlijk werkt het zo: bewijsmateriaal uit een zaak wordt naar het openbaar ministerie gestuurd. Dit gebeurt meestal als het onderzoek voorbij is of als je vastloopt. We hebben al het bewijsmateriaal uit de cold cases hier in Keulen teruggebracht en hebben nu onze eigen bewijskamer.
5. WDR Lokal Zeit: Kun je zeggen welke zaken de meeste kans op succes hebben?
Weber: We zullen dat over een paar jaar moeten analyseren. Getuigenis kan moeilijk zijn. Getuigen zien de zaken anders, soms verkeerd. Natuurlijk zijn er hele goede getuigenissen als iemand daadwerkelijk heeft gezien wat er is gebeurd. Maar ik geef er altijd de voorkeur aan als we een fatsoenlijk DNA-spoor hebben. Er is minder om over te piekeren.
6. WDR Lokal Zeit: Hoe ziet uw onderzoekswerk er momenteel uit?
Weber: Toen we met de afdeling begonnen, hadden we een lijst met 195 openstaande zaken die we eerst moesten en nog moeten beoordelen. Daarna begint het normale opsporingswerk: we voeren bijvoorbeeld ondervragingen uit. Maar ook heimelijke maatregelen zoals telefoontoezicht zijn denkbaar. Een groot gebied is public relations. We gaan met cases naar het ZDF-programma “Aktenzeichen XY… Unsolved”.
7. WDR Lokal Zeit: Hoe zijn zulke oproepen?
Weber: De zaak Petra Nohl heeft aangetoond dat er zelfs na 35 jaar nog steeds mensen zijn die hun stilzwijgen doorbreken. De aanleiding was dat we met de zaak bij “dossiernummer XY” zaten. Er zijn ook andere gevallen waarin getuigen zich decennia later melden.
8. WDR Lokal Zeit: Waarom is dat? Weber: Een reden zou kunnen zijn dat de dader inmiddels is overleden. Dan weet de getuige: Er kan nu niets gebeuren. Tegelijkertijd kan het misdrijf zo erg zijn dat de getuige de zaak ook wil ophelderen en vervolgens de politie wil helpen. Tijdens mijn tijd bij de afdeling Moordzaken, toen ik lopende zaken behandelde, was ik ook een paar keer bij "zaaknummer XY". Op dat moment waren er geen bruikbare aanwijzingen. Dit lijkt meer te werken in cold cases. Dat betekent niet dat een misdrijf altijd kan worden opgelost. Maar soms kun je bijvoorbeeld wel het verloop van het misdrijf verduidelijken. Zoiets kan ook duidelijkheid brengen voor nabestaanden.
9. WDR Lokal Zeit: Welke rol spelen case-analisten, oftewel profilers, in uw werk? Weber:
De Federale Recherche beschikt over een team van zaakanalisten. Dit heet OFA – operationele Fall Analyse (casusanalyse). Als we een onopgeloste zaak hebben, kunnen we deze doorgeven aan de OFA. De casusanalisten beschikken over een heel netwerk van deskundigen: forensische wetenschappers en psychiaters bijvoorbeeld. De OFA werkt ook met sporen en plaats delictrapporten en kijkt welke conclusies daaruit kunnen worden getrokken kan een dader trekken. Idealiter stellen de zaakanalisten een daderprofiel op. Dit is natuurlijk een waarschijnlijkheidsverklaring. Niemand kan zeggen: dit is 100 procent waar, maar het kan ons helpen bij het onderzoek.
10. WDR Lokal Zeit: Wanneer is het moment gekomen dat je moet zeggen: we kunnen de cold case niet oplossen!?
Weber: Dat hangt van veel factoren af. Enerzijds als het sporenonderzoek negatief is. Dus als er geen vreemde sporen zijn die gebruikt kunnen worden. Ten tweede: als er niets via de openbare zoektocht komt. En als het bestand verder niets onthult. Er kunnen nog steeds getuigen zijn waarvan je zegt: ze hebben destijds niet de waarheid verteld of gebruik gemaakt van hun recht om te weigeren te getuigen, en ze kunnen opnieuw worden ondervraagd. Maar als er op een gegeven moment geen nieuwe onderzoeksmethoden zijn, dan moet je dat accepteren. Ook al is het moeilijk, vooral voor de nabestaanden. Op een gegeven moment komt het moment dat alle betrokkenen dood zijn. Dan moet je je natuurlijk afvragen in hoeverre het nog zin heeft om energie in een zaak te steken.