Amerikaanse sheriff en zijn cold caseteam blijven investeren en samenwerken in seriematigheid, ondanks overlijden dader.
In Nederland en vele andere landen in Europa ontbreekt het aan mensen, middelen en geld om gedegen onderzoek te doen naar cold cases, onbekende doden en vermiste personen. Vaak genoeg is een ontbrekend beleid en kennis de oorzaak, waardoor bijvoorbeeld een onderzoek naar seriematigheid achterwege blijft. Of daders zijn al overleden als eindelijk de onopgeloste zaak eens wordt opgepakt of de dader overlijdt tijdens detentie. De voorbeelden zijn helaas volop in het nieuws terug te vinden. Een voorbeeld in Nederland is dat er nooit intensief en gedegen onderzoek is gedaan naar Nederlandse seriemoordenaars als Koos Hertogs. Gezien de huidige digitale en forensische ontwikkelingen zou het zomaar kunnen dat er nog zaken zijn op te lossen.
Zo hebben rechercheurs van Charlotte County in Florida, Verenigde Staten, een moordzaak uit 1990 afgesloten nadat de verdachte tijdens hechtenis was overleden. Op 3 november 2023 diende het openbaar ministerie een bevel in bij de rechtbank om de aanklacht tegen Roland T. Davis Sr. in te trekken, nadat de verdachte in juli aan een medische aandoening was overleden. Davis zat in de dodencel in Ohio voor de steekmoord op Elizabeth Sheeler in 2005. DNA op een handdoek ter plaatse in een andere onopgeloste zaak bracht Davis in verband met de moord op het slachtoffer Gill. Hoewel deze zaak gesloten is, zal het Charlotte County Cold Case Team waar nodig andere instanties blijven bijstaan bij openlijke moorden die verband kunnen houden met Davis, Sr.
De Amerikanen hebben inmiddels de smaak te pakken als het gaat om ruchtbaarheid geven aan cold cases en vermiste personen. Sheriff Prumell van Charlotte County is zo'n politiechef die zichtbaar de verantwoordelijkheid wil dragen voor de aanpak van cold cases en vermiste personen. In de media verscheen hij dan ook met de mededeling dat er wederom een cold case is opgelost. Op woensdag 21 maart 1990 werd Sharon Gill vermoord in haar huis. Sharon werd 39 keer gestoken. Het 42-jarige slachtoffer was een recente inwoner van Charlotte County en zou gezelschap krijgen van haar echtgenoot Percy Gill nadat hij klaar was met werken in Michigan. Percy was predikant in Detroit. Sharon werd dood aangetroffen door haar 18-jarige dochter Krista, toen ze thuiskwam van school.
Het cold caseteam heeft de afgelopen jaren talloze aanwijzingen in deze zaak gevolgd en talloze verhoren afgenomen. Het afgelopen jaar hebben zij meer tijd en aandacht aan deze zaak besteed. Het cold caseteam ontving onlangs de bevestiging van de forensische afdeling van het Florida Department of Law Enforcement in Tampa dat door het team ingediend bewijsmateriaal levensvatbaar DNA produceerde dat de verdachte Roland (Rollie) Thomas Davis met de moord verbond. Davis zat toen al in de dodencel in Chillicothe Correctional Institution in Ross County, Ohio voor de moord uit 2000 op een 86-jarige gepensioneerde verpleegster.
De cold caserechercheurs hebben Davis uitgebreid verhoord in de gevangenis van Ohio. Details van dat verhoor worden nu, ondanks zijn overlijden, toch nog verder onderzocht voor de seriematigheid van zijn daden. Het cold caseteam heeft inmiddels de kennis dat dader Davis in Zuidwest-Florida was, tussen 1970 en 2004 heen en weer reisde vanuit Ohio en gedurende deze periode in de provincies Charlotte, Lee en Hendry woonde en werkte. Toen Sharon in 1990 werd vermoord, was Davis 37 jaar oud. Volgens informatie verkregen door rechercheurs had Davis een paar mannelijke en vrouwelijke kennissen in het werkgebied van het cold caseteam en bezocht hij regelmatig verschillende bars in Lee en Charlotte County. Het cold caseteam blijft werken aan het identificeren van deze vroegere vrienden en medewerkers. Ook heeft de sherrig een oproep gedaan iedereen die Roland (Rollie) Davis en/of een van zijn vrienden of medewerkers kende, contact op te nemen met het Cold Case-team.
De vraag is wanneer het nieuwe landelijke cold caseteam van de Nationale Politie een slag gaat slaan met de Nederlandse seriemoordenaars en de zaken gaat analyseren en inventariseren vanaf 1 januari 1970.